Triage rugpijn

Triage Rugpijn 

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Triage Rugpijn 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aneurysma
Wat is ook alweer een aneurysma en wat heeft dit met rugpijn te maken?
Welke vragen stel jij als DA om hier duidelijkheid over te krijgen?

Slide 2 - Slide

Verwijding van de buikaorta. 
Een toename of zelfs een scheurtje in de aorta uit zich meestal vooral in de buik, maar deze pijn kan uitstralen naar de rug. 

- Bekend met aneurysma?
- Buikpijn?
- Vegetatieve verschijnselen? 
- Hoe hevig is de pijn?
Wat komt er in je op als denkt aan rugpijn in combinatie met plasklachten?

Slide 3 - Mind map

Blaasontsteking - bij een uwi kun je ook wat klachten hebben van je onderrug (zeurderig gevoel) 
Pijn bij plassen i.c.m. rugpijn - U4
Bij koorts evt. nierbekkenontsteking (dan ook wel iets meer rugpijn) - U3
Bij hevige pijn - kolieken - nierstenen (bewegingsdrang?)
Urineretentie - volle blaas, veel aandrang, maar niet kunnen plassen. Onrust. - alleen urineretentie = U3 (zie kaart mictieklachten) i.c.m. rugpijn - U2 (dan mogelijk nierschade) 
Rugpijn door hernia
Een rughernia kan de volgende klachten veroorzaken:
- Doof gevoel rijbroekgebied 
- Controle blaas verliezen (retentie of incontinentie)
- Neurologische uitval 
- Uitstralende pijn tot onder de knie

Welke urgenties koppel jij aan deze verschillende klachten?

Slide 4 - Slide

- Doof gevoel rijbroekgebied - U2
- Controle blaas (retentie/incontinentie) kwijt - U2
- Neurologische uitval (tintelingen, krachtsverlies) - U3
- Uitstralende pijn tot onder de knie - U4
Aspecifieke lage rugpijn
> 90% van de rugklachten zijn aspecifieke lage rugpijn
< 6 weken
U5 urgentie - welke adviezen geef je?


Slide 5 - Slide

Warmte ter ontspanning van de spieren
Blijven bewegen - maar niet overbelasten
Bewegen kan geen kwaad - juist goed!
Afwisseling in houding
Eventueel oefeningen doen
Pijnstilling
Röntgenfoto niet zinvol en verandert het beleid niet

In de volksmond ook wel spit genoemd. 
Kan wel tot 4 weken duren

Advies geven - aandachtspunten
Wees oprecht (denk aan je verbale en non-verbale signalen) 
Geef voldoende erkenning -> niet een standaard zinnetje, pas dit aan om de persoon
Zorg dat je de feiten op een rijtje hebt - heb het complete toestandsbeeld compleet
Neem onrust weg door te herhalen wat je hoorde
Check of het advies begrepen is
Geef goed aan wanneer patiënten weer moeten/mogen bellen
Neem de verwachting van hoelang een klacht mag duren hierin mee
Check of het advies goed is zo, voor de patiënt-> hiermee voorkom je dat je collega ‘s middags de patiënt weer aan de telefoon krijgt

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wanneer iemand hevige pijn aangeeft die niet onder in de rug zit; welke urgentie kies je dan?
A
U2
B
U3
C
U4
D
U5

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer de pijn onder in de rug als hevig wordt beschreven (>8), welke urgentie past daar bij?
A
U5
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de wervelkolom is meestal betrokken bij een osteoporotische inzakkingsfractuur?
A
Stuitje
B
Overgang van borst- naar lendenwervels
C
Onderste lendenwervels
D
Halswervels

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk type fractuur komt vaak voor bij patiënten met langdurig oraal gebruik van corticosteroïden?
A
Armbreuk
B
Bekkenfractuur
C
Wervelfractuur
D
Sleutelbeenbreuk

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke oorzaken van rugpijn bij vrouwen boven de 60 jaar?
A
Hernia
B
Gebroken heup
C
Spierpijn
D
Wervelfractuur

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke symptomen treden vaak op bij wervelmetastase?
A
Hoofdpijn en duizeligheid
B
Koorts en hoesten
C
Uitgebreide neurologische uitval, pijn die 's nachts erger wordt
D
Misselijkheid en braken

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke factoren kunnen doen denken aan een metastase in de wervels?
A
Leeftijd ouder dan 50 jaar, voorgeschiedenis van lagerugklachten
B
Leeftijd jonger dan 30 jaar, voorgeschiedenis van hartproblemen
C
Leeftijd ouder dan 50 jaar, voorgeschiedenis van maligniteit
D
Leeftijd tussen 40 en 50 jaar, voorgeschiedenis van diabetes

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions