Voedselvraagstuk leerdoel 2

Voedselvraagstuk
Je kunt patronen van regionale verschillen in de mondiale voedselvoorziening​ verklaren. Je maakt gebruik van verschillende kaarten om deze patronen te​ laten zien.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voedselvraagstuk
Je kunt patronen van regionale verschillen in de mondiale voedselvoorziening​ verklaren. Je maakt gebruik van verschillende kaarten om deze patronen te​ laten zien.

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat denken jullie?
  • uitleg
  • opdracht met de atlas
  • leerdoel check

Slide 2 - Slide

Waarom denken jullie dat er op de ene plek voedsel is en op de andere niet?​

Slide 3 - Slide

Uitleg
Waarom is er niet overal in de wereld voedsel?
  • Voedselproductie:  weersomstandigheden
  • inkomen
  • transport van voedsel
  • Handel: import en export

Slide 4 - Slide

Opdracht met de atlas
Je gaat aan de hand van 2 kaarten het verschil in voedselvoorzieningen in de wereld verklaren op verschillende gebieden. Je zoekt zelf 1 kaart op die je in verband brengt met de kaart over voedselvoorziening in de wereld.

Slide 5 - Slide

GB 248C

Slide 6 - Slide

Leg een verband tussen de kaart over voedselvoorziening (GB 248C) en een kaart over voedselproductie/klimaat.

Slide 7 - Open question

Leg een verband tussen de kaart over voedselvoorziening (GB 248C) en een kaart over inkomen.

Slide 8 - Open question

Leg een verband tussen de kaart over voedselvoorziening (GB 248C) en een kaart over handel.

Slide 9 - Open question

Leerdoel check
Je kunt patronen van regionale verschillen in de mondiale voedselvoorziening​ verklaren. Je maakt gebruik van verschillende kaarten om deze patronen te​ laten zien.

Slide 10 - Slide

Waarom kan extreem weer bijdragen aan voedseltekorten?

A
Door vermindering van landbouwopbrengsten
B
Mensen willen minder eten kopen bij slecht weer
C
Voedsel bederft sneller bij hoge temperaturen
D
Er is geen handel mogelijk bij slecht weer

Slide 11 - Quiz

Waarom zorgt armoede voor honger, ondanks voldoende voedselproductie wereldwijd?

A
Arme landen mogen geen voedsel importeren
B
Er is geen toegang tot voedsel vanwege lage inkomens
C
Er is niet genoeg landbouwgrond in arme landen
D
Voedsel mag alleen lokaal geconsumeerd worden

Slide 12 - Quiz

Hoe helpt de interactietheorie bij het verklaren van voedseltekorten?

A
Klimaatverandering beïnvloedt landbouw
B
Rijke landen lossen altijd tekorten op
C
De voedselproductie per land verschilt
D
Handel en transport kunnen tekorten oplossen

Slide 13 - Quiz

Wat is een reden waarom voedsel niet overal ter wereld even goed verspreid wordt?

A
Mensen eten niet overal hetzelfde voedsel
B
Slechte infrastructuur en conflict kunnen distributie verstoren
C
Sommige gebieden hebben geen landbouwgrond
D
Voedsel wordt alleen lokaal verkocht

Slide 14 - Quiz