Week 35 Nederlands 2L

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Plattegrond 2L

Slide 2 - Slide

Mobiele telefoon in je tas! 

Slide 3 - Slide

Afspraken in de les




  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en een etui met meerdere pennen.
  • Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister. 
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Slide

Week 35  28 augustus t/m 
1 september2023
  • Weektaken huiswerk 
  • Een keer per week controle huiswerk. 
  • Lezen van boeken en lezen in de les.
  • Uitleg RTTI.
  • ejtvr: code LessonUp
  • Alle communicatie via magister
  • Agenda!!!!!
  • Vervolg spelling

Slide 5 - Slide

Boekenlijst 2L
  • Dit schooljaar lees je vier boeken of meer!!!
  • Niveau => zie lijst 2/3 (boek 1 en 2). 
  • Niveau 3 (boek 3 en 4). 
  • 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl







Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
SO
Schrijfvaardigheid en spelling H. 12, 13, 27, 28, 42 en 43
45 min
1
Nee
102
SO
Fictie theorie H. 7, H8, H22, H23 en twee boeken 
45 min
1
Nee

Slide 7 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 8 - Slide

Weektaak
  • Schrijf op in je agenda

  • Lees bladzijde 50

  • Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 51

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Deze week:

  • We oefenen met (werkwoord)spelling.
  • Je leert de spelling van het meervoud van zelfstandige naamwoorden en van bijvoeglijke naamwoorden
  • Je leert spelling toepassen in een schrijfopdracht.

Slide 10 - Slide

Opdracht 
Schrijf een verhaal en gebruik de woorden die ik op het bord schrijf:

Elke 5 minuten krijg je van mij een nieuw woord!

Slide 11 - Slide

Aandachtspunten
  • Spelling: hoofdletters, werkwoorden enz.
  • Zinsbouw. Klopt mijn zin?
  • Inleiding - kern - slot
  • Alinea's

Slide 12 - Slide

Nakijken
  • Wissel je verhaal met je buurman/buurvrouw.
  • Zijn er hoofdletters, punten enz. gebruikt.
  • Kloppen de zinnen?
  • Is er een inleiding-kern-slot?
  • Zijn er alinea's gebruikt?

Slide 13 - Slide

Nakijken
  • 11:36 sneakers
  • 11:43  hond
  • 11:50  device
  • 11:57   docent/conciërge
  • 12:04   handdoek

Slide 14 - Slide

Herhaling vorige week
Gestart met spelling en het schijven van een verhaal.

Slide 15 - Slide

Controleer je huiswerk. De antwoorden staan aan het eind van de les!

Slide 16 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 17 - Slide

Bespreken opdracht
We bespreken de antwoorden van de oefening van vorige week.

Slide 18 - Slide

Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
Meervouden op -en en én

Meervouden op -s en 's

Bijzondere meervouden

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord p. 52

Slide 21 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 24 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Je leert de spelling van het meervoud van zelfstandige naamwoorden en van bijvoeglijke naamwoorden

Slide 25 - Slide

Nakijken huiswerk
Vanaf volgende week!

Slide 26 - Slide

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 27 - Slide

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 28 - Slide

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 29 - Slide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 30 - Slide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 31 - Slide