WS sociale-emotionele ontwikkeling

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over de sociale-emotionele ontwikkeling?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Voorbeelden van imiteren: klappen in de handen, lachen, nadoen van klanken. ​
Ontwikkeling zelfbesef. Baby merkt eerst dat hij honger heeft of het verschil tussen een natte en droge luier. Baby's zijn geïnteresseerd in hun bewegende handen. Eerst zien ze hun handen als twee grappige dingen die ze regelmatig voorbij zien komen. Na een tijdje krijgen ze het besef dat hun handen deel zijn van hun eigen lichaam en dat ze zelf de beweging kunnen maken. 

Slide 9 - Slide

Uitleg rougetest: Er wordt een veegje rouge op het gezicht van de dreumes gedaan. Als de dreumes voldoende zeflbeeld heeft en in de spiegel kijkt, dan veegt hij de rouge van zijn gezicht af. Kinderen die zichzelf nog niet herkennen in hun eigen spiegelbeeld, vegen met hun handen over de spiegel. Ze zien het beeld in de spiegel als een ander kind en willen hier de rouge van afvegen. 
Wat kan jij doen om de sociale ontwikkeling van een baby of dreumes te stimuleren?

Slide 10 - Open question

Hoe kan je de sociaal emotionele ontwikkeling van je baby stimuleren?
Lekker samen knuffelen vind je baby heerlijk. 
Probeer je baby altijd in de ogen te kijken. Gezichtsuitdrukkingen en emoties zal je kleine steeds beter leren herkennen.
Je baby is gevoelig voor geluiden. Door voor je kleine te zingen, leert hij goed te luisteren. Zo stimuleer je ook zijn fantasie en creativiteit.
Klets lekker met elkaar! Praten met je baby bevordert de taalontwikkeling. Dit levert weer een belangrijke bijdrage aan de sociaal emotionele ontwikkeling.
Wordt je baby eenkennig? Je helpt hem door ‘kiekeboe’ te spelen. Dit leert je kleine dat je niet voor altijd weg bent. Je komt natuurlijk ook weer terug.
Je bereid je kleine langzaam voor op samen spelen en samen delen. Geeft je kleine een geliefde knuffel aan je? Geef de knuffel weer terug. Zo zet je baby de eerste stappen richting samen spelen en samen delen.

Slide 11 - Slide

Voorbeelden van grenzen opzoeken: kijken wat er gebeurt als hij zijn eten niet op eet. ​
Niet ieder kind maakt de koppigheidsfase door, verschilt per kind. 

Slide 12 - Slide

Vriendschappen peuters ontstaan vaak door ouders. Bevriende ouders met kinderen, buren, familie etc.​
Fantasievriend kan zijn: kinderfiguur, fantasiefiguur, dier etc. ​
Kinderen met fantasievriendjes hebben een levendige fantasie. Het is niet gek, het hoort gewoon bij de ontwikkeling. ​
Voorbeeld egocentrisch: een peuter verteld in de kring dat zijn konijn dood is. Vervolgens roept een andere peuter dat zijn opa ook dood is. Hierop reageren drie andere peuters over een dood huisdier. 

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Wat herken jij uit de filmpjes (of stage) over de sociale ontwikkeling van de peuter? Geef minimaal 2 voorbeelden.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Voorbeeld competitie: een kind mag bijvoorbeeld niet meedoen met tikkertje omdat hij niet hard genoeg kan rennen​

Slide 17 - Slide

Vriendschappen worden vaker gekozen omdat ze dezelfde interesses, karaktereigenschappen hebben. Ze herkennen zichzelf in hun vrienden. -> identificatie 

Slide 18 - Slide

Voorbeelden van groepregels: niet liegen tegen anderen.​
Kinderen richten clubjes op​
Clubjes: een club heeft vaak regels waar je aan moet voldoen om er bij te horen. Je moet sneakers hebben of een jongen zijn etc. ​
Jongens zijn gericht op competitie en meisjes vinden het sociale proces belangrijker. Buiten spelen: jongens voetballen en meiden kletsen. ​
In de kleuterfase leren ze hun eigen vriendjes en vriendinnetjes kiezen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een peergroup kan voor- en nadelen hebben. Noem 1 voordeel en 1 nadeel

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een peuter kan zich nog niet goed inleven in een ander persoon. Hoe wordt dit genoemd?
A
egoïsme
B
identificatie
C
socialisatie
D
egocentrisch

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Het proces waarin kinderen de sociale wereld om zich heen steeds beter begrijpen en zich aanpassen aan de groep, heet:
A
identificatie
B
socialisatie
C
losmakingsproces
D
groepsdruk

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

BPV-opdracht 5
Je maakt een weergave van 2 verschillende kinderen van je stage waarin alle ontwikkelingsgebieden worden weergegeven op een creatieve manier.  

Nu kun je de sociaal-emotionele ontwikkeling toevoegen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions