Doelen 1) Je kunt de persoonsvorm (pv) vinden in een zin.2) Je kunt vertellen hoe je de persoonsvorm (pv) kunt vinden.
Een werkwoord (ww) geeft aan dat iemand iets doet, dat er iets gebeurt. Beeld uit: 1) praten, 2) luisteren, 3) staan,
4) gooien, 5) vangen, 6) zitten, 7) opletten.
Een deel van de werkwoorden is minder makkelijk te herkennen:
zijn, hebben, gaan, mogen, willen, kunnen, moeten.