H6 §4b Is meer productie goed?

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenvraag:
Een pak kaarsen kost bij de Hema €3,99.
Hetzelfde pak kaarsen kost bij Blokker €4,19
Hoeveel % zijn de kaarsen bij de Hema goedkoper?

Slide 2 - Open question


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 3 - Slide

H6 §4a Meer of minder productie?

Slide 4 - Slide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie
  • Opdrachten maken in je boek
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 5 - Slide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
  • de productiecapaciteit en en arbeidproductiviteit

Slide 6 - Slide

Gaat de productiecapaciteit omhoog of omlaag?

In een autofabriek wordt een machine verkocht
A
omhoog
B
omlaag

Slide 7 - Quiz

Gaat de productiecapaciteit omhoog of omlaag?

Omdat van de veertig medewerkers er 5 met pensioen gaan, worden 8 nieuwe mensen aangenomen
A
omhoog
B
omlaag

Slide 8 - Quiz

Rolf heeft een rijschool. Hij werkt zelf vijftig uur per week.
Hij heeft twee instructeurs in dienst die allebei parttime werken.
Steeds meer klanten willen rijles nemen bij Rolf rijschool.

Rolf kan maatregelen nemen om meer rijlessen te kunnen geven.
Welke hoort daar NIET bij?
A
Vragen of de instructeurs meer willen gaan werken
B
nog een instructeur in dienst nemen
C
een extra lesauto kopen
D
meer reclame maken

Slide 9 - Quiz

Huiswerk
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

4 & 6
(173)

Slide 10 - Slide


Lesdoel:
Ik weet:
  • hoe ik de arbeidsproductiviteit kan berekenen
  • hoe bedrijven maatschappelijk verantwoord kunnen ondernemen

Slide 11 - Slide

Arbeidsproductiviteit berekenen

  • De arbeidsproductiviteit bereken je altijd per persoon. 
  • De periode kan verschillen. Bijvoorbeeld per jaar, per week, per dag of per uur. 


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Arbeidsproductiviteit berekenen
Arbeidsproductiviteit per periode 
= totale productie per periode ÷ aantal werknemers

Voorbeeld:
Een kledingfabriek produceert 96.000 T-shirts per week. 
De zestien werknemers werken vijf dagen per week.
De productie per dag is 96.000 ÷ 5 = 19.200 T-shirts.
De arbeidsproductiviteit per dag is 19.200 ÷ 16 = 1.200 T-shirts.

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 
8 & 9
(174-175)


timer
1:00

Slide 15 - Slide

Rekening houden met mens en milieu

Productie heeft gevolgen voor de samenleving. 
  • Als dat positieve gevolgen zijn, spreek je van maatschappelijke opbrengsten. Bijvoorbeeld meer banen of nieuwe producten waar je blij van wordt. 
  • Productie kan voor de samenleving ook negatieve gevolgen hebben. Die noem je maatschappelijke kosten. Denk hierbij aan milieuschade zoals meer CO2 in de lucht, geluidshinder of stankoverlast.



Slide 16 - Slide

Bekijk deze afbeelding:

Slide 17 - Slide

Geef een voorbeeld van schade door laag overvliegende vliegtuigen:

Slide 18 - Mind map

De bewoners mogen op kosten van de gemeente hun huizen isoleren.

Zijn dit bedrijfskosten of maatschappelijke kosten?
A
bedrijfskosten
B
maatschappelijke kosten

Slide 19 - Quiz

maatschappelijk verantwoord ondernemen

De overheid wil het liefst dat de vervuiler betaalt. Dan komen de kosten voor rekening van het bedrijf. 

Nog beter is dat bedrijven milieuschade voorkomen. Daarom gaan steeds meer bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij houden dan bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.

Slide 20 - Slide

Maak opdracht 
10
(175)


timer
1:00

Slide 21 - Slide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat heb je vandaag geleerd dat je nog niet wist?
  3. Wat ik nog wil vragen is?


Slide 22 - Slide

Huiswerk:

Maak opdracht: 
8,9 (174-175)
Lees het stukje: "Rekening houden met mens en milieu"
maak opdracht 10 (175)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Als machines niet worden gebruikt of als er niet genoeg werk is voor iedereen, dan heet dat: onderbezetting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Hogere arbeidsproductiviteit


Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. 
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  1. technologische ontwikkelingen: bijvoorbeeld in de vorm van mechanisatie en automatisering.
  2. arbeidsverdeling of specialisatie: de werkzaamheden worden zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij of zij goed in is.
  3. scholing: door bijvoorbeeld cursussen kun je het werk beter en sneller doen.
  4. prestatieloon: je krijgt als afdeling of werknemer een bonus als je een bepaalde productie hebt behaald.
  5. verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de werksfeer.


Slide 26 - Slide

Welk gevolg hebben mechanisatie en automatisering voor de werkgelegenheid?

Als gevolg van mechanisatie en automatisering...
A
..komt er meer werk voor ongeschoolde werknemers.
B
..komt er meer werk voor deskundig personeel dat machines en computers kan bedienen.
C
..produceren bedrijven minder en hebben daarom minder personeel nodig.

Slide 27 - Quiz

Een fietsenfabriek produceert per jaar 132.000 e-bikes. De fabriek heeft 128 werknemers in dienst. 
De medewerkers werken 40 uur per week. 
De fietsenfabriek investeert in automatisering voor het magazijn. 
Het aantal werknemers daalt daardoor naar 120.

Slide 28 - Slide

Hoeveel stijgt de arbeidsproductiviteit per week?

Rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 29 - Open question

Samenvatting:
Het maximale aantal producten dat een bedrijf kan maken, is de productiecapaciteit.
Die hangt af van het aantal werknemers dat bij het bedrijf werkt, het aantal werkuren en kapitaalgoederen zoals machines. 
Als het bedrijf meer werk aankan, is er onderbezetting. Als er te veel werk is, dan is er overbezetting
De productie van een werknemer in een bepaalde tijd noem je de arbeidsproductiviteit
Je kunt deze productie vergroten door verschillende maatregelen, waaronder specialisatie of arbeidsverdeling.
Meer productie heeft voordelen voor de samenleving. Je noemt dat maatschappelijke
opbrengsten. Door maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) proberen bedrijven rekening te houden met mens en milieu.

Slide 30 - Slide

Maatschappelijke opbrengsten

Als bedrijven meer gaan produceren, levert dat vaak meer banen op. Dus er komt meer werkgelegenheid. Daardoor wordt er meer verdiend en stijgt de welvaart.


Dit soort voordelen die de samenleving van meer productie heeft, noem je maatschappelijke opbrengsten.

Slide 31 - Slide

Maatschappelijke kosten


Meer productie kan ook leiden tot nadelen, zoals stress bij werknemers of milieuschade. Meestal betalen bedrijven zelf voor het oplossen, dan zijn het bedrijfskosten.

Maar als de samenleving de kosten betaalt, zijn het maatschappelijke kosten. Deze kosten zijn niet altijd in geld uit te drukken.

Slide 32 - Slide

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)


Steeds meer bedrijven houden bij hun productie zo veel mogelijk rekening met de gevolgen voor mens en milieu.
Zij doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo).

Slide 33 - Slide