BK T 1.8 leestekens

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Doelstelling

Na deze les weet je:

• wanneer je leestekens en aanhalingstekens moet gebruiken;
• dat leestekens + aanhalingstekens een tekst beter leesbaar maken.

Waarom leestekens?

WIE MIJ EEN BEETJE KENT WEET DAT OP TIJD ZIJN NIET HELEMAAL MIJN DING IS STERKER NOG IK BEN EEN REGELRECHTE RAMP OP HET GEBIED VAN DEADLINES AFSPRAKEN EN TIJDSCHEMAS OP DE BASISSCHOOL GING IK ALTIJD PAS VAN HUIS WEG WANNEER IK DE BEL IN DE VERTE AL HOORDE GAAN

Waarom leestekens?

"Wie mij een beetje kent, weet dat op tijd zijn niet helemaal mijn ding is. Sterker nog, ik ben een regelrechte ramp op het gebied van deadlines, afspraken en tijdschema's! Op de basisschool ging ik altijd pas van huis weg wanneer ik de bel in de verte al hoorde gaan."

De afspraken: 

tekens aan het einde van de zin

Punt	.	Aan het einde van een gewone zin.
Vraagteken	?	Aan het einde van een vraagzin.
Uitroepteken	!	Aan het einde van een uitroep/kreet.

Een zin eindigt altijd met een punt.

1. juist
2. onjuist

Zet het juiste leesteken achter de zin.
Jip riep: ik ben boos
(vul alleen het leesteken in)

Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.

1. juist
2. onjuist

Vul het juiste leesteken in.
Wat heb jij in het weekend gedaan
(vul alleen het leesteken in)

De afspraken: 

komma ,

bij een opsomming	In mijn etui zitten potloden , een pen , twee gummen en een geodriehoek.
Als je iemand aanspreekt	Brahim , kun je me dat bord aangeven?
Tussen twee persoonsvormen	Toen Ella nieste , schoot Sara in de lach.
Voor woorden zoals want / maar / omdat	Ik heb mijn huiswerk niet , omdat mijn hond het heeft opgegeten.

Als je een aantal dingen opsomt, zet je daar één of meer komma's tussen.

1. juist
2. onjuist

Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.

1. juist
2. onjuist

Typ de zin over en zet leestekens.
Jip pak de vork voor mij

Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.

1. juist
2. onjuist

Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.

1. juist
2. onjuist

Waar kloppen de leestekens?

1. als je klaar bent mag je gaan.
2. als je klaar bent, mag je gaan.

Typ de zin over en zet leestekens.
Was jij boos omdat ik je negeerde

Samen oefenen: Opdracht 6

b. Ellen heb jij talent voor spelling

e. Willen jullie een waterijsje een softijsje een sorbet of iets anders

f. Ik vind Engels leuk maat gym blijft mijn favoriete vak

Samen oefenen: Opdracht 6 blz 57

Hoe goed begrijp je de leestekens?

😒🙁😐🙂😃

     Samen oefenen: opdracht 7 blz 57

Huiswerk

Opdracht 4 en 5 blz 56-57