Grammatica Zinsdelen - H.6 Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H.6 Grammatica zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling

Leerdoelen

Na deze les weet je wat een bijwoordelijke bepaling is.

Je kunt de bijwoordelijke bepalingen in een zin herkennen en benoemen.

          Saskia sloeg alarm.

Waar?            In Spanje sloeg Saskia alarm.

Wanneer?     Gisteren sloeg Saskia alarm.

Waarom?      Saskia sloeg alarm omdat ze haar 

                        paspoort kwijt was.

Hoe?               Saskia sloeg alarm door hard te gaan

                       gillen.

Een bijwoordelijke bepaling vormt het decor / geeft extra informatie over een gebeurtenis. 

Waar? Wanneer? Waarom? Waarheen? Waardoor? Hoe? Hoelang? Hoever? Waarvandaan? enz.

Ook de vraagwoorden zelf benoem je als bijwoordelijke bepaling.

LET OP!

Ook woorden als niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk zijn bijwoordelijke bepalingen.

De vakantie begint over drie weken.

Het theater is wegens een verbouwing gesloten.

Waarom doe je niet mee?

Hij gaat op zijn scooter naar de stad.

Door kortsluiting ging het licht uit.

Sophietje drinkt haar cola met een rietje.

Beneden de grote rivieren is het carnaval begonnen.

Hier heeft ooit een kasteel gestaan.

Bas vertelde het verhaal heel omslachtig.

Ik kan een bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

H.6 Grammatica zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling

Maak de startopdracht en 

opdracht 1. Werk vervolgens 

verder in je eigen leerroute.