Uitlegles week 36

H1 Lineaire formules
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

31 augustus
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Lineaire formules
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

31 augustus

Slide 1 - Slide

Opbouw les 
  • Start
  • Vragen leerdoelen 1 t/m 3
  • Nieuwe leerstof doorlopen
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Vul hier je voorbereidende vraag in.
Ik roep je straks bij mij of kom bij je langs om je te helpen.

Slide 3 - Open question

Ik kan een formule opstellen bij een lijn die het verband geeft tussen x en y.

Slide 4 - Slide

Een lineaire formule opstellen.
Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), dit kun je doen door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt met de verticale as (y-as). 
Stap 5      Noteer de lineaire formule, door a en b in te vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.

Slide 5 - Slide





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 6 - Slide





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b


Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 7 - Slide





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.

Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 8 - Slide





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.

Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 9 - Slide





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 10 - Slide

Ik kan van twee variabelen vaststellen of er een recht evenredig verband tussen bestaat.

Slide 11 - Slide

Recht evenredig
De grafiek van een recht evenredig verband ..

.. is een rechte lijn 
.. door de oorsprong (0,0)
   
De tabel bij een recht evenredig verband is 
een verhoudingstabel.

De standaardvorm van een recht evenredig verband: y = ax

Slide 12 - Slide

Ik kan een formule opstellen bij de lijn door twee gegeven punten.

Slide 13 - Slide

Lineaire formules maken
Stap 1       Noteer de gegeven punten en schets de grafiek.
Stap 2       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 3       Bereken het hellingsgetal (a), maak evt. gebruik van een tabel.
Stap 4       Vul het hellingsgetal in de standaardvorm in.
Stap 5       Bereken het startgetal (b), door een van de gegeven punten in de                                   formule van stap 4 in te vullen.
Stap 6       Noteer de lineaire formule.

   


Slide 14 - Slide


EXIT
Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd!

Slide 15 - Open question


EXIT
Noteer 2 vragen die je hebt naar aanleiding van deze les.

Slide 16 - Open question


EXIT
Noteer 1 tip voor mij als docent.

Slide 17 - Open question

Aan de slag
Maak een begin met de weektaak.
De leerdoelen 4,5 en 6 moeten voor maandag af zijn.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bordjes methode
150 = 40 + 55a
150 = 40 +  ...    
55a = 110
a = 110 : 55 = 2

Dus de oplossing is a = 2 
Dit hoef je niet te noteren.
Bedenk voor jezelf wat je op de stipjes wilt zetten, hier het getal 110.

Slide 20 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 21 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 22 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 23 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
... + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 24 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
... + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 25 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
...  + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 26 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
...  + 3 = 23
5a = 20
5 * ... = 20
a= 4

Slide 27 - Slide

Vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen.
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
...  + 3 = 23
   5 a  = 20
 5 *  ...  = 20
a = 4

Slide 28 - Slide