This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Qu'est-ce qu'on va faire?
Corriger
Grammaire
Au travail
Les devoirs
But: kunnen vertellen hoe iemand eruit ziet
Slide 2 - Slide
Corriger ex. 24 - 26
Page 30
Slide 3 - Slide
Corriger ex. 24a
huisdieren
Lijk je op je huisdier?
Lille
Slide 4 - Slide
Corriger ex. 24b
Bekend
Rocky/Ryan
Rocky is vier jaar, is groot en sportief. Rocky luistert goed en is aardig.
Rocky en Ryan hebben bruin haar en bruine ogen.
Ryan draagt een bril.
Tigrou/Lilly
Tigrou en Lily hebbben rode / rossige haren. Tigrou slaapt veel en is altijd rustig. Tigrou en Lily houden van eten. Tigrou houdt van vis, Lily houdt van chocolade. Tigrou en Lily hebben blauwe ogen.
Slide 5 - Slide
Corriger ex. 24b
Bekend
Speedy/Enzo
Speedy is grappig. Speedy en Enzo huden van chips. Speedy is niet actief/sportief. Enzo en Speedy zijn allebei klein. Enzo en Speedy hebben allebei grijze ogen.
Slide 6 - Slide
Corriger ex. 25a
1 timide
2 content
3 méchant
4 sportif
5 sympa
6 calme
7 drôle
8 triste
9 grand
10 petit
Slide 7 - Slide
Corriger ex. 25b
J’ai un chien, trois chats et quatre poissons. Ik heb een hond, drie katten en vier vissen.
Slide 8 - Slide
Corriger ex. 25c
sympa, méchant
drôle, sérieux
calme, actif
content, triste
Slide 9 - Slide
Grammaire
Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande.
Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes.
Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Slide 10 - Slide
Grammaire
mannelijk enkelvoud
-
vrouwelijk enkelvoud
+e
mannelijk meervoud
+s
vrouwelijk meervoud
+es
Slide 11 - Slide
Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -e?
Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud.
rood = rouge
la maison rouge
Slide 12 - Slide
Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -s?
Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud.
grijs = gris
le souris gris --> les souris gris
Slide 13 - Slide
Uitzonderingen
mannelijk ev
vrouwelijk ev
mannelijk mv
vrouwelijk mv
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles
Slide 14 - Slide
Un petit exercice
J'habite dans une maison grise (gris)
Nous avons un petit chien (petit)
Mais ma tante a des grands chiens (grand)
Le français est une langue facile (facile)
Paris est une belle ville (beau)
Slide 15 - Slide
Au travail
Exercice 30abde, 31bcd, 32bc
Page 36
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Corriger ex. 30a
grand
grande
différent
différente
embêtant
embêtante
Slide 17 - Slide
Corriger ex. 30b
Slide 18 - Slide
Corriger ex. 30d
grand
charmant
géniale
fortes
intelligents
Slide 19 - Slide
Corriger ex. 30e
bruns
gris
bleu
jaune
noir
rouge
vert
gris
Slide 20 - Slide
Corriger ex. 31b
blonde
petite
jeune
intelligente
russes
Slide 21 - Slide
Corriger ex. 31c
grands
mauvais
difficile
gris
drôles
Slide 22 - Slide
Corriger ex. 32b
belle
nouveaux
vieille
beaux
nouvelle
Slide 23 - Slide
Corriger ex. 32c
Les chats sont noirs
Tes jeans sont bleus
Nos voisines sont charmantes
Nous sommes belles
Vous êtes drôles
Slide 24 - Slide
Extra oefenen
Blad af en mee volgende les!
Slide 25 - Slide
Les devoirs
Vendredi le 7 juin
Apprendre: partie A, B, E et F nf/fn + aant. bijv. nw.