The gerund/to infinitive

The gerund
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

The gerund

Slide 1 - Slide

Wat is the gerund? 
Soms kan je een werkwoord als zelfstandig naamwoord gebruiken, in dat geval spreken we van the gerund. 

The gerund is eigenlijk niets anders dan een werkwoord waar je -ing achter zet. 

Slide 2 - Slide

Wat is the gerund NIET: 
I am watching a video.
He is playing soccer with his brother.
She was doing her homework. 

Dit is de present/past continuous. 

Slide 3 - Slide

Wat is the gerund WEL: 
I love playing a game tonight. 
Laughing is good for you. 
Susie likes shopping. 

Hier wordt het werkwoord gebruikt als zelfstandig naamwoord, je spreekt dan van the gerund. 

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je the gerund? 
Schrijf mee! 

Na werkwoorden waarmee je aangeeft wat je wel of niet leuk vindt (like, dislike, love, hate, fancy, envy):


- I like running on the street!
- I love doing my homework when I am at home.

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je the gerund?
Na zintuigelijke werkwoorden (see, watch, hear, smell, feel):


- I watched him kayaking trough that river.
- Did you hear him screaming that loud before?

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je the gerund? 
Na de specifieke werkwoorden (avoid, consider, give up, go on, keep, manage, mind, prefer, recommend, start, stop en suggest)


- I prefer relaxing on the beach today.
- I recommend drinking a large glass of water.

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je the gerund? 
Na uitdrukkingen:

- She can't stand dancing with him.
- It makes no sense waiting for that boat.

Na voorzetsels:
- He eats his breakfast before heading out to work.
- My sister loves to think about leaving her house and going on a journey. 


Slide 8 - Slide

Tot slot 
The gerund suggereert dat het al gebeurd is. 

I remember doing groceries. 

Bovenstaande is dus al gedaan/gebeurd! 

Slide 9 - Slide

He likes .............. early. (to wake up)

Slide 10 - Open question

We went to ....... together. (party)

Slide 11 - Open question

She enjoys ....... cakes. (to bake)

Slide 12 - Open question

Children hate ......... to bed. (to go)

Slide 13 - Open question

Verander de zin zodat er een gerund in voorkomt:

It was exciting to climb the Eiffel Tower.

Slide 14 - Open question

Verander de zin zodat er een gerund in voorkomt:

It is difficult to read Japanese.

Slide 15 - Open question

Verander de zin zodat er een gerund in voorkomt:

It can be depressing to be poor.

Slide 16 - Open question

Lekker zelf aan het werk 
https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/overig/gerund-to-infinitive/

Slide 17 - Slide