Les 28 (13-02)

Cours du 13 février
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Cours du 13 février

Slide 1 - Slide

Programme
Lesdoelen
Presentie
Huiswerkcontrole
Herhalen
- Het delend lidwoord
Civilisation
- Michelin restaurants
- Menukaart (Tâche)
Au travail
Afsluiting
Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les... 

...kun je een delend lidwoord gebruiken. 

...heb je kennis van Michelin sterren en ken je de beste Michelin restaurants in Parijs. 

...kun je je eigen menukaart creëren.
 



Slide 3 - Slide

Herhalen:
Het lidwoord
In het Nederlands heb je 3 verschillende lidwoorden namelijk; 
De, Het en Een

Je hebt bepaalde lidwoorden en onbepaalde lidwoorden;
Bepaalde lidwoorden; de & het
Onbepaalde lidwoord; een

Slide 4 - Slide

Herhalen:
Het delend lidwoord
Vertaal eens de volgende woorden:

1. du lait
2. le steak frites
3. un hamburger 
4. de la viande

Slide 5 - Slide

Het delend lidwoord
Als je in het Nederlands géén lidwoord gebruikt, dan gebruik je wél een soort van lidwoord in het Frans. Dit wordt een delend lidwoord genoemd. Dit delend lidwoord vertaal je NIET naar het Nederlands. Wij hebben hier namelijk geen vertaling voor. 
Kijk maar even mee:
  • des boissons = drankjes
  • de l'orangina = fanta / orangina






Slide 6 - Slide

Het delend lidwoord
Hoewel wij dus niet een dergelijk lidwoord in het Nederlands kennen, kent het delend lidwoord gelukkig wel een bepaalde logica.





Let op!
Na een ontkenning en na een woord van hoeveelheid komt er een de of een d' 
bijvoorbeeld beaucoup of trop. -> Je ne veux pas de coca, je prends un verre d'eau.

Slide 7 - Slide

Het delend lidwoord
Echter, na bepaalde werkwoorden volgt er geen delend lidwoord, maar een bepaald lidwoord (de, het). Let op! je vertaalt deze lidwoorden niet mee in het Nederlands.

Dit zijn de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester.
> J'aime le brocoli.         = Ik hou van broccoli.
> Je déteste les frites.     = Ik heb een hekel aan patat.

Deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren. 

Slide 8 - Slide

Wist je dat...
Elk 




Elk jaar in januari is het weer spannend: welke restaurants over de hele wereld ontvangen een Michelin ster of moeten juist een ster inleveren? Wanneer krijg je eigenlijk een ster? Michelin, de Franse bandenfabrikant van het bekende witte mannetje, stuurt anonieme inspecteurs die op elk moment kunnen opduiken. Zijn zij tevreden over de zeer hoge kwaliteit van het eten? Dan maakt het restaurant kans op een ster. 

Slide 9 - Slide

Wist je dat...




Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdracht 1.
Elk 




Jullie gaan je kort verdiepen in de wereld van de michelin sterren in Nederland. 
Maak opdracht 2 in je boek op p.10. 

Slide 12 - Slide

Opdracht 2.











Jullie hebben in de video aan het begin van dit hoofdstuk kunnen horen dat de Franse invloed nog steeds aanwezig is in Nederland. Zo gebruiken we veel Franse woorden en vind je deze Franse woorden ook weer terug op een menukaart in een restaurant. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 2
Au travail!
Jullie gaan inspiratie halen uit deze menukaarten en maken jullie eigen menukaart voor de eindopdracht die je zelf ook gaat gebruiken om van te bestellen. 

De werkwijze:
1. Bedenk een mooie lay out voor je menukaart. (internet)
2. Zoek Franse gerechten op die je ALLEEN in een 
    luxe restaurant (met een michelin ster) zou vinden.  (internet)
3. Maak er iets moois van, gebruik potloden, washi tape
    stiften, etc. 
4. Jullie gaan je eigen menukaart gebruiken voor jouw 
    eigen bestelling tijdens de eindopdracht! Lever het dus in bij mij.

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Leg uit: wanneer gebruik jij een delend lidwoord?


Welk restaurant vond jij het mooiste in Parijs en waarom?



Slide 15 - Slide

Les devoirs
Menukaart afmaken, indien niet af. 

Leerwerk:
Voca A, B en phrases Clés C.

Slide 16 - Slide