Spaans herhaling grammaticale onderwerpen h2

Herhaling h2 grammatica
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling h2 grammatica

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pronombres posesivos - bezittelijke voornaamwoorden
Bij de bezittelijke voornaamwoorden moet je letten op enkelvoud en meervoud van de personen. Het bezittelijk voornaamwoord verandert mee.
Voorbeeld: Me llamo Julia y estoy buscando mi sombrero.
Mis sombreros no están allí. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schema

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Korte oefening
Noteer het goede persoonlijke voornaamwoord:
1. Me gustan mucho .......... (jullie) cortinas.
2. ¿Cuándo celebra Berta ........... (haar) cumpleaños?
3. Perdone, se le ha caído ........... (uw) cartera.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Interrogativos- vraagzinnen en vraagwoorden
Je kunt vraagzinnen met én zonder vraagwoorden maken. Vraagwoorden kunnen ook in het meervoud staan.
Voorbeeld: 
¿Quién es esa chica?
¿Cuál es la lengua oficial de su país?

Zónder vraagwoord: ¿Quieres beber algo? Wil je iets drinken?
Je zet ook hier een omgekeerde vraagteken voor de zin.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Schema vraagwoorden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

korte oefening
Noteer de goede vraagwoorden:
1. ¿ ............. (Wie) son esas personas?
2. ¿ ......... (Wat) haces esta tarde?
3. ¿ ............. (Welke) son los principales ríos de España?

Slide 7 - Slide

1. ¿Quiénes?
2. ¿Qué?
3. ¿Cuáles?
Los verbos- klinkerwisseling werkwoorden: e - ie
Sommige Spaanse werkwoorden krijgen een klinkerwisseling bij het vervoegen.
  Voorbeelden:
empezar - empiezas
perder - pierden
Opdracht:
Vervoeg het werkwoord pensar


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Antwoord opdracht pensar
yo pienso
tu piensas
el, ella, ud piensa
nosotros pensamos
vosotros pensáis
ellos, ellas, uds piensan

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Artículos determinados i indeterminados- bepaalde en onbepaalde lidwoorden
De bepaalde lidwoorden de en het veranderen mee met het zelfstandig naamwoord in de zin. Ze kunnen dus mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud zijn.
Voorbeelden:
la niña -las niñas
el perro - los perros
una chica - unas chicas
un coche - unos coches
 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schema

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Korte oefening
Noteer de goede bepaalde en onbepaalde lidwoorden:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden lidwoorden

Artículo indeterminado:                           Artículo determinado:   Una bicicleta                            La bicicleta
Un libro                                  El libro
Un coche                                  El coche
Un nube                                   El nube
Unas vacaciones                         Las vacaciones


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Los demonstrativos- aanwijzende voornaamwoorden
De vorm van het aanwijzend voornaamwoord hangt in het Spaans af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Los demonstrativos- aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden kunnen ook zónder zelfstandige naamwoorden gebruikt worden. Dan gebruik je esto of eso
Voorbeeld:
esto es claro
eso es verdad

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Korte opdracht
Noteer het goede aanwijzende voornaamwoorden:
1. No me gusta .......... (die) coche.
2. ........... (deze) hombre es muy inteligente.
3. ........... (deze) chicas son guapas.
4. Yo quiero comer ........... (dit).

Slide 16 - Slide

1. ese
2. este
3. estas
4. esto

Slide 17 - Slide

This item has no instructions