Week 1.6 - les 2

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Fragenbogen

Jullie doen als klas mee aan een onderzoek, geef dus serieus antwoord op de volgende vragen.

Ik ben in de lessen Duits graag creatief.

1. Helemaal mee eens
2. Mee eens
3. Mee oneens
4. Helemaal mee oneens

Ik wil aan de volgende vaardigheid werken dit jaar. (1 antwoord)

1. Spreek- en gespreksvaardigheid
2. Leesvaardigheid
3. Luistervaardigheid
4. Schrijfvaardigheid

Ik heb al vaak spreek- en gespreksoefeningen gedaan bij Duits

1. Vaak
2. Soms
3. Bijna nooit

Ik ben zenuwachtig als ik Duits moet spreken

1. Altijd
2. Meestal
3. Soms
4. (Bijna) nooit

Ik begrijp waarom het leren oefenen van gesprekken in het Duits belangrijk is.

1. Ja
2. Nee

Ik vind dat mevrouw Nelissen meer Duits moet spreken tijdens de les.

1. Ja
2. Nee

Ik zou graag willen dat we in het Duits vragen gaan stellen/vragen beantwoorden

1. Altijd
2. Vaak
3. Soms
4. (Bijna) nooit

Waarom wil je Duits spreken?

Wat voor gesprekken wil je kunnen voeren na dit jaar? (bv. voorstellen, small talk, op vakantie etc.) Wees specifiek.

Hoe leer je graag Duits?

1. Social media
2. Muziek/songteksten
3. Boeken, verhalen, gedichten
4. Series, films, tv-programma's

Hoe leer je graag Duits?

1. Podcasts
2. Internet
3. Duitse nieuws volgen
4. Door in het Duits te praten

Hoe leer je graag Duits?
(andere methodes)

Hi H3b

• Houd je telefoon bij je

Was machen wir heute?

• Fragen beantworten
• Aufgabe 48 besprechen (TV3f) 
• Aufgabe 48 machen (H3b)
• Zwak werkwoord in alle tijden
• Leestekst

Maak het werkblad in stilte

Wil je uitleg, dan luister je mee.

Geen uitleg nodig betekent in stilte werken.

Klaar? Aufgabe 61 und 62 (Seite 48/49)

Aufgabe 48: meervoud

der = zelfstandig naamwoord +e

die = zelfstandig naamwoord +(e)n

das = zelfstandig naamwoord +s

Deze regels gelden lang niet altijd, je moet de meervouden van zelfstandige naamwoorden dus gewoon leren! Je vindt meervouden altijd in de derde kolom in de Lernliste.

Het zwakke werkwoord in de tt

(esttenten)

machen

ich mach

du mach

er/sie/es/man mach

wir mach

ihr mach

sie/Sie mach

Het zwakke werkwoord in de vt

Stam+(e)t+uitgang

machen

ich machte

du machtest

er/sie/es/man machte

wir machten

ihr machtet

sie/Sie machten

Het zwakke werkwoord als voltooid deelwoord - hoofdregel

1. Bepaal of het werkwoord met haben of sein wordt gebruikt. Vaak hetzelfde als in het Nederlands. 

2. Bepaal de stam van het werkwoord. 

2. Plaats ge- voor de stam.

3. Plaats de uitgang achter de stam

hoofdregel: -t

stam die eindigt op s, ß, tz of z: -t

stam die eindigt op d of t: -et

ich habe ge-mach-t

Het zwakke werkwoord als voltooid deelwoord

1. Bepaal of het werkwoord met haben of sein gebruikt wordt. Vaak hetzelfde als in het Nederlands.

2. Eindigt het werkwoord op -ieren (z.B. studieren, informieren)?

3. Bepaal de stam en plaats hier -(e)t achter. 

Geen ge- ervoor.

ich habe studiert

Het zwakke werkwoord als voltooid deelwoord

1. Bepaal of het werkwoord met haben of sein wordt gebruikt. Vaak hetzelfde als in het Nederlands.

2. Begint het werkwoord met ver-, be-, ent-, ge-, er- of zer-?

3. Bepaal de stam en plaats hier -(e)t achter.

Geen ge- ervoor.

ich habe erklärt

sie haben bezahlt

Noem 1 ding dat je vandaag bij Duits geleerd hebt.