Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken: ze houden verband met elkaar.
Een signaalwoord laat zien met welk verband je te maken hebt.
Soorten tekstverbanden:
1. Opsommend verband (opsomming)
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte
2. Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat
3. Toelichtend verband (voorbeeld)
bijvoorbeeld, als, zoals, zo, denk aan, neem nou
4. Tegenstellend verband (tegenstelling)
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen