Werkwoordspelling tegenwoordige tijd (test)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Lesdoel: aan het einde van de les schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct

Even testen

Hoeveel van de 10 opgaven beantwoord jij correct?

Voor alle opgaven telt: zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

(beantwoorden) Charel ........... de mail meteen.

(vinden) ............. Allen het goed als je zijn boek leent?

(niezen) Naomi ............ al bijna de hele les.

(verhuizen) Volgende week ........ Kaan naar een andere stad.

(braden) Mikael ........ elke avond een stukje vlees.

(vertrouwen) Dewi ............. de situatie niet.

(voorbereiden) Esmee, Jason en Marieke ........... de opdracht samen ..........

(vinden) ........... je dat een goed idee Ilan?

(vermoeden) Sam ........... dat hij niet op tijd zal zijn.

(rijden) Milou .............. met Ramir en Linus mee.

Uitleg herhalen

- zelfstandig?

- of klassikaal?

Hoe gaat het nu?

Hoeveel van de 10 opgaven beantwoord je nu correct? Alle 10?!

Voor alle opgaven telt: zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

(rijden) Je ......... veel te hard!

(vinden) .............. je dat niet vreemd Evy?

(noteren) Amber ............. alle vragen.

(snijden) Tanisha ............. de groenten zorgvuldig

(melden) Thijs ............. zich netjes bij de balie.

(worden) Lynn denkt dat het een fantastisch feest ..............

(beantwoorden) ............. jij je mail op tijd?

(begeleiden) Naomi ........... de nieuwe werknemer.

(schudden) Ik ........... de kaarten zorgvuldig.

(beoordelen) Hij ............. het werkstuk volgende week.

Wat vond je van deze les?

Is het lesdoel bereikt?