Woordenschat H5

l
Goedemorgen klas 1D
Vandaag...
- Woordenschat H5

Maak de uitgedeelde startopdracht in stilte.

Klaar? --> lezen in leesboek.





timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

l
Goedemorgen klas 1D
Vandaag...
- Woordenschat H5

Maak de uitgedeelde startopdracht in stilte.

Klaar? --> lezen in leesboek.





timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel: ik kan bekende woorddelen van onbekende woorden vinden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
-Bespreken startopdracht                               10 min
-Uitleg woordenschat H5                                 20 min
-Opdracht samen maken                                  10 min
-Zelfstandig werken                                           25 min
-Beterspellen                                                         5 min

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.





Onbekende woorden

Slide 4 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.
  • Samengestelde woorden
  • woorden met een voorvoegsel
  • woorden met een achtervoegsel                                                                                                                                           
Onbekende woorden

Slide 5 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Woorden die samengesteld zijn, bestaan uit twee woorden:
Inkoopmedewerker




Samengestelde woorden

Slide 6 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Woorden die samengesteld zijn, bestaan uit twee woorden:
Inkoopmedewerker




Samengestelde woorden

Slide 7 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


Woorden die samengesteld zijn, bestaan uit twee woorden:
Inkoopmedewerker
Inkoop= wat een bedrijf koopt om te verkopen
Medewerker= iemand die bij een bedrijf werkt




Samengestelde woorden

Slide 8 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


Woorden die samengesteld zijn, bestaan uit twee woorden:
Inkoopmedewerker
Inkoop= wat een bedrijf koopt om te verkopen
Medewerker= iemand die bij een bedrijf werkt
Inkoopmedewerker= iemand die bij een bedrijf werkt en helpt bij het inkopen.



Samengestelde woorden

Slide 9 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
voorvoegsel; stukje wat voor een woord staat om de betekenis te veranderen:
Ongezond




woorden met een voorvoegsel

Slide 10 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
voorvoegsel; stukje wat voor een woord staat om de betekenis te veranderen:
Ongezond
On= niet of zonder



woorden met een voorvoegsel

Slide 11 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
achtervoegsel; stukje wat achter een woord staat om de betekenis te veranderen:
naamloos
loos= zonder
naamloos=zonder naam


woorden met een achtervoegsel

Slide 12 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Zo zoek je een bekend woorddeel:
  • Kijk welke deken van het woord jij al kent.
  • Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat. (on-, ont-, her-)
  • Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat. (-vol, -loos)

onbekende woorden

Slide 13 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
voorvoegsel; stukje wat voor een woord staat om de betekenis te veranderen:
Ongezond
On= niet of zonder
ongezond --> niet gezond



woorden met een voorvoegsel

Slide 14 - Slide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Pak opdracht 1 erbij op blz. 128. Schrijf mee in je schrift!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Je maakt opdracht 2 t/m 8op blz. 129 t/m 131 (dit is je huiswerk)
Je werkt in stilte en alleen
Klaar? --> verder aan uitgedeelde opdracht
timer
25:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions