This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De leverancier levert 50 blikken fruit af in de banketbakkerij. De leverancier is milieubewust.
Hoe kan hij deze bestelling het beste afleveren?
A
Als 50 losse blikken
B
De blikken in een kartonnen doos
C
De blikken in een krat
D
De blikken in plastic en karton
Slide 3 - Quiz
Nourdin is bezig met de bestellijst. Zijn chef heeft gevraagd of hij tarwebloem wil bestellen. De bakkerij gebruikt altijd biologische bloem. Zoek het juiste plaatje op via internet!
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Op de vorige slide zagen jullie verhoudingen staan! Dit is het basisrecept voor korstdeeg.
Je moet drie kilo korstdeeg maken. Hoeveel gram is 1 deel?
A
100 gram
B
120 gram
C
140 gram
D
160 gram
Slide 7 - Quiz
Suzanne maakt 600 gram korstdeeg voor twaalf amandelbroodjes. Hoeveel bloem en vetstof heeft ze nodig om dit deeg te maken?
A
456 gram bloem en 144 gram vetstof
B
144 gram bloem en 216 gram vetstof
C
500 gram bloem en 60 gram vetstof
D
240 gram bloem en 216 gram vetstof
Slide 8 - Quiz
Zoek via internet een afbeelding van het keurmerk dat aangeeft dat grondstoffen op een minder milieubelastende manier zijn geteeld?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Waarom moet je voor een korstdeeg eiwitrijke bloem gebruiken?
A
Eiwitrijke bloem geeft een prettige smaak aan het deeg.
B
Eiwitrijke bloem zorgt voor veel gluten in je deeg.
C
Eiwitrijke bloem geeft het deeg meer volume.
D
Eiwitrijke bloem zorgt ervoor dat het deeg veel water opneemt.
Waardoor wordt het gluten in een gistdeeg gevormd?
A
broodpoeder en gist
B
bloem, gist en zout
C
bloemeiwitten en water
D
tarwezetmeel en melkpoeder
Slide 15 - Quiz
In de banketbakkerij maakt de bakker producten van zanddeeg en korstdeeg. Welke zinnen over zanddeeg en korstdeeg zijn waar? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Bij zanddeeg vouw je steeds boter tussen de plakken.
B
In zanddeeg zit suiker, in korstdeeg niet.
C
Korstdeeg noem je ook wel boterdeeg.
D
Tarwebloem is heel geschikt om korstdeeg mee te maken.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Victor heeft korstdeeg gemaakt. Daarvan gaat hij appelbollen maken. Victor merkt dat het korstdeeg minder goed te verwerken is. Welke fout heeft hij waarschijnlijk gemaakt?
A
De vetstof die hij gebruikt heeft voor het deeg, was te warm.
B
Het water dat hij gebruikt heeft voor het deeg, was te warm.
C
Victor heeft hooiboter gebruikt in zijn deeg.
D
Victor heeft te veel gele kleurstof in het water gebruikt.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Tommy gaat korstdeeg maken volgens de Hollandse methode. Hij heeft de volgende gereedschappen klaargelegd: - een bekken - een spatel - een rolstok - een plastic zak Welk gereedschap is hij vergeten klaar te leggen?
A
een zeef
B
een spuitzak
C
een pillenpers
D
een korsttandem
Slide 20 - Quiz
Mirjam is leerling-banketbakker. Haar chef laat haar zien hoe ze korstdeeg moet bevochtigen. Hij gebruikt hiervoor geen kwast, maar een plantenspuit. Wat is een groot voordeel van het gebruik van de plantenspuit?
A
Met een plantenspuit kun je meteen de hoeveelheid water afmeten.
B
Met een plantenspuit kun je het water gelijkmatig en snel over het deeg verdelen.
C
Met een plantenspuit kun je ook warm water gebruiken om het deeg te bevochtigen.
D
Met een plantenspuit kun je zuiniger zijn met water.
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Maak van de volgende slide een foto!!
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wat voor korstdeeg producten waren er op de vorige dia te zien??
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Hoelang laat je een korstdeeg minimaal rusten tussen de toeren?
A
30 minuten
B
10 minuten
C
80 minuten
D
50 minuten
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Hoe moet je korstdeeg draaien tussen de toeren?
A
een hele slag
B
een kwartslag
C
een halve slag
D
anderhalve slag
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Het is bijna kerst. De banketbakkerij waar je werkt, verkoopt in deze periode altijd veel amandel kerstkransen. Je wilt dit jaar meer kerstkransen verkopen. Hoe kun je de kwaliteit van dit product verbeteren?
A
Halffabricaten gebruiken, zoals banketbakkersspijs.
B
Kerstkransen inkopen bij een industriële bakkerij.
C
Het korstdeeg zelf maken, bijvoorbeeld met roomboter.