6.4 Pythagoras in de ruimte

Donderdag 14 januari
  • huiswerk bespreken (18, 19 en 20)
  • som 22 samen
  • 6.4 Pythagoras in de ruimte
  • Huiswerk 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 14 januari
  • huiswerk bespreken (18, 19 en 20)
  • som 22 samen
  • 6.4 Pythagoras in de ruimte
  • Huiswerk 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Maak een foto van opgave 19 in je schrift en stuur die hier in.

Slide 3 - Open question

Vragen over 18, 19 en 20?

Slide 4 - Slide

In een cilindervormige ton past precies
een kubus met ribben van 62 cm.
Bereken de straal van de bovenkant
van de ton.
A
31 cm
B
44 cm
C
62 cm
D
88 cm

Slide 5 - Quiz

Wat is de diagonaal van deze balk?
A
35 cm
B
54 cm
C
70 cm
D
1000 cm

Slide 6 - Quiz

6.4 Pythagoras in de ruimte
Zoek de rechthoekige driehoek in een ruimtelijk figuur of een ruimtelijke situatie.

Slide 7 - Slide

Vraag 26:
Welke vorm heeft vlak ACGE?
A
Rechthoek
B
Vierkant
C
Driehoek
D
Trapezium

Slide 8 - Quiz

Vraag 26:
Dit is een schets van vlak ACGE.
Om AG te kunnen berekenen moeten
we eerst AC weten. 

Slide 9 - Slide

Som 26:
We weten nu dat AC 6,4 cm is.
Bereken AG.
A
6 cm
B
6,4 cm
C
8,5 cm
D
8,8 cm

Slide 10 - Quiz

Huiswerk
Maken opgave 21, 23, O27 en O29
(de O opgaven staan op blz 215)

Slide 11 - Slide

in welk diagonaalvlak ligt lichaamsdiagonaal CE?
A
BDHF
B
ABGH
C
ACGE

Slide 12 - Quiz

welk schema klopt voor driehoek ABC?
A
B
C

Slide 13 - Quiz

Benoem de lichaamsdiagonalen in het diagonaalvlak BCHE
A
AF, BH
B
BH, HC
C
CE, BH
D
BG, CE

Slide 14 - Quiz

In de kubus ABCD EFGH is diagonaalvlak
DBFH getekend. Dat vlak is een doorsnede
van de kubus. Welke vorm heeft het
diagonaalvlak?‎
A
Rechthoek
B
Vierkant
C
Parallellogram
D
Ruit

Slide 15 - Quiz

In welk(e) hulpvlak(ken) ligt CE?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Bereken AC.

Slide 17 - Open question

Van de balk ABCD.EFGH is AB = 10, BC = 7 en AE = 6.
Lijnstuk BD ligt in het grondvlak. Bereken de lengte van lijnstuk BD.

Slide 18 - Open question

Wat is de hoogte van een piramide?
De hoogte is de afstand van de top tot het grondvlak. 

In de afbeelding is dat TQ.

Slide 19 - Slide

Is driehoek ABC met zijdes
AB= 23, BC=8 en AC=21 rechthoekig?
Ja
Nee

Slide 20 - Poll

Van △𝐴𝐵𝐶 is AB=9, BC=7 en AC=5
Is △𝐴𝐵𝐶 recht, scherp, of stomphoekig?

Slide 21 - Open question

Bekijk het huis, de hoek in de nok is een rechte hoek.
Bereken de breedte van het
huis zonder de berging.
A
4,93 m
B
4,94 m
C
4,95 m
D
4,96 m

Slide 22 - Quiz

Hoe kan je met de stelling laten zien welke vorm de driehoek heeft?

Slide 23 - Open question

Wanneer is een driehoek scherphoekig?

Slide 24 - Open question

Wat kan ik niet met de stelling van Pythagoras
A
Zijden berekenen
B
Grootte van een hoek uitrekenen
C
Vorm bepalen

Slide 25 - Quiz

Hoe zou je met de stelling iets kunnen zeggen over hoeken?

Slide 26 - Open question