Poëzie les 4 beeldspraak en stijlfiguren

Doel
aan het einde van de les weet je wat  beeldspraak en stijlfiguren zijn en kan je er verschillende vormen van opnoemen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Doel
aan het einde van de les weet je wat  beeldspraak en stijlfiguren zijn en kan je er verschillende vormen van opnoemen

Slide 1 - Slide

Stijlfiguren
om teksten mooier te maken.
Vandaag kijken we naar 4 stijlfiguren

Slide 2 - Slide

1. Herhaling
Je herhaalt hetzelfde woord, of een groep woorden net iets anders.
vb. Plus geeft meer, veel meer.

Slide 3 - Slide

1. Opsomming
Zet een aantal woorden in een rijtje.
vb. Lianne houdt van appels, peren, ananas en mandarijnen.

Slide 4 - Slide

3. Tegenstellingen
tegenovergestelde woorden, waardoor ze extra opvallen.
Ik ben niet zwart, ik ben niet wit (Frank Boeijen)

Slide 5 - Slide

4. Overdrijving
Deze les is zo saai, ik verveel me dood.

Slide 6 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Dat wil zeggen dat er niet letterlijk wordt gezegd wat er wordt bedoeld.

Slide 7 - Slide

1. Vergelijking
Die baby groeit als kool.

Slide 8 - Slide

1. Metafoor
Je vergelijkt iets zonder letterlijk te zeggen dat je iets vergelijkt.
Hij huilt krokodillentranen.

Slide 9 - Slide

3. Personificatie
Je geeft menselijke eigenschappen aan een ding of zaak.

De tijd kroop voorbij.


Slide 10 - Slide

Poëzie les 4 beeldspraak en stijlfiguren

Slide 11 - Slide