Lidwoord en znw

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? 

  • Herhaling lidwoord en zelfstandig naamwoord
  • Lesson-up
  • Opdrachten
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
zn -> een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel
(jongen, hond, narcis, tafel, blijheid)

  • Je kunt er vaak de, het of een voor zetten

Slide 4 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
Een eigennaam is ook een zn.

Bijvoorbeeld:
Jeroen, Groningen, Excelsior, Maas, Melissa 

Slide 5 - Slide

Lidwoord (lw)
lw -> de, het, een

  • Hoort bij een zn

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 

Slide 6 - Slide

Bepaald of onbepaald 
Bepaald lidwoord (blw) -> de, het
Onbepaald lidwoord (olw) -> een

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 
  1. de = blw
  2. het = blw
  3. een = olw

Slide 7 - Slide

Wat is een lidwoord?

Slide 8 - Open question

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 9 - Mind map

Wat is een 'fiets' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Wat is 'de' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 11 - Quiz

Wat is het woordje 'de' in deze zin:
De jongen deed goed zijn best.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van alle

Slide 12 - Quiz

Wat is 'het' voor soort woord in deze zin:
Hoe is het met je?
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
geen van alle

Slide 13 - Quiz

Wat is 'het' in deze zin:
Het hondje ging braaf met zijn baasje mee.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van deze

Slide 14 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
Het meisje lette goed op.
A
Het
B
meisje
C
lette op
D
goed

Slide 15 - Quiz

Maak een zin met één lidwoord en twee zelfstandige naamwoorden.

Slide 16 - Open question

Zelfstandig werken
Opdracht 3, 5 en 6  op bladzijde  57
Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Klaar?

mijn.numo.nl
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 18 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 19 - Slide

Inloggen
Ga naar: www.mijn.numo.nl
Verkorte schoolnaam: kalsbeekcollege
gebruikersnaam: jouw leerlingnummer
wachtwoord: jouw leerlingnummer

Let op: pas je wachtwoord direct aan!
(Rechtsbovenin - profiel) 

Slide 20 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt de volgende woordsoorten benoemen: zelfstandig naamwoord en lidwoord. 

Slide 21 - Slide

Lesdoelen

  • Ik kan lidwoorden herkennen.
  • Ik kan zelfstandige naamwoorden herkennen.

Slide 22 - Slide