Lezen 3-1

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • laptop
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • laptop
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? 

  • Herhaling lidwoord en zelfstandig naamwoord
  • Nakijken
  • H3 Lezen: zoekend lezen
  • Lesson up
  • Opdrachten
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
zn -> een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel
(jongen, hond, narcis, tafel, blijheid)

  • Je kunt er vaak de, het of een voor zetten

Slide 4 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
Een eigennaam is ook een zn.

Bijvoorbeeld:
Jeroen, Groningen, Excelsior, Maas, Melissa 

Slide 5 - Slide

Lidwoord (lw)
lw -> de, het, een

  • Hoort bij een zn

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 

Slide 6 - Slide

Bepaald of onbepaald 
Bepaald lidwoord (blw) -> de, het
Onbepaald lidwoord (olw) -> een

  • De slager sneed het stuk vlees met een mes. 
  1. de = blw
  2. het = blw
  3. een = olw

Slide 7 - Slide

opdracht 2 blz 57
Opdracht 2
1 Pieter en Leendert klapten enthousiast na de prachtige voorstelling.
2 De foto van Anouk hangt bij haar oma aan de muur.
3 Achter het schoolgebouw staat al heel lang een fiets.
4 In het restaurant liggen de menukaarten op de tafels.
5 Meneer Van Zijl oefende de moeilijke sommen nog een keer met ons.
6 Op nieuwjaarsochtend zie je langs de weg nog veel vuurwerk liggen.


Slide 8 - Slide

opdracht 3 blz 57
Opdracht 3
     LW                        ZN                                                  WW
1                                 dag, kilometer fiets
2                                Renske, vaardigheden          oefenen
3 de                         fietsenstalling, fiets                kun
4                                haar                                                pesten
5 een                       plannen                                        belde
6                               dromen                                          werken
.


Slide 9 - Slide

opdracht 5 blz 57
Opdracht 5
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
1 Het meisje hield van ons allemaal.
2 Wil Jochem de hele dag in het natuurpark ronddwalen?
3 Op zondag kun je heerlijk zitten op een terras.
4 De meisjes waren de laatsten binnen in Kaatsheuvel.

Slide 10 - Slide

opdracht 6 blz 57
Opdracht 6
1 weersvoorspelling = zn
regent = ww
de = blw
2 gaan = ww
een = olw
Efteling = zn
3 een = x
volleyballers = zn
geblesseerd = ww
4 het = blw
interview = zn
gegeven = ww
5 plukdagen = zn

Slide 11 - Slide

Instructie Lezen H3

Bladzijde 64
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Lees de tekst en bekijk de afbeeldingen bij de tekst.

Slide 13 - Slide

Je hebt iets aan deze tekst als je wilt weten:
A
wat de reactie is van iemand die niet blij is met het cadeau
B
wat een psycholoog is
C
hoe je kunt zien dat iemand blij is met het cadeau
D
wat voor cadeaus je beter niet kunt geven

Slide 14 - Quiz

Wat heb je aan deze tekst als je niet een cadeautje geeft, maar krijgt?

Slide 15 - Open question

Zelfstandig werken
Maken opdracht 1, 2 en  3 op bladzijde 65

Vraag? Steek je vinger op!

Slide 16 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 17 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 18 - Slide

Wat doe je als je zoekend leest?

1. Je bekijkt de titel en de tussenkopjes.

(Zodat je weet of je in de goede tekst kijkt en waar je moet zoeken)

2. Kijk naar anders gedrukte woorden.

(vet, cursief, gekleurd, onderstreept)

3. Let op opvallende tekens (nummeringen, streepjes, getallen, symbolen, afkortingen), tabellen, grafieken en afbeeldingen.


Slide 19 - Slide