5.6 Onderwerp

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je een zin de zinsdelen benoemen.
- kun je het onderwerp in een zin benoemen. 

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 5.6
blz. 193 t/m 195
opdr. 13 + 15

Slide 6 - Slide

Mini-check
Wat weet je al van het lesdoel?

Slide 7 - Slide

Noteer het onderwerp uit de volgende zin:
Jan rent naar de supermarkt.

Slide 8 - Open question

Noteer het onderwerp uit de volgende zin:
Maakt de barman een mooie cocktail voor ons?

Slide 9 - Open question

Noteer het onderwerp uit de volgende zin:
De gespierde man sport dagelijks in de sportschool

Slide 10 - Open question

Wie maakt wat:
3 goed = zelfstandig aan de slag. 
Les 5.6, blz. 193 t/m 195, opdr. 13 t/m 15

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het onderwerp
Je zoekt eerst de persoonsvorm in een zin

Dan vraag je
WIE / WAT + persoonsvorm?

Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
  • De jongen gaat naar school
  • De persoonsvorm = gaat


  • Wie/wat + pv = onderwerp --> Wie/wat + gaat
  • Wie gaat (naar school?)


  • Onderwerp = de jongen

Slide 15 - Slide

Wat is het onderwerp?

Mijn moeder doet altijd de boodschappen.
A
Mijn moeder
B
doet
C
altijd
D
de boodschappen

Slide 16 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Waarom lust jij geen spruitjes?
A
Waarom
B
lust
C
jij
D
geen spruitjes

Slide 17 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Voetbal is ook een sport voor meisjes.
A
Voetbal
B
is
C
een sport
D
voor meisjes

Slide 18 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 19 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 20 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.6, opdr. 13 t/m 14 op blz. 193 t/m 194

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 21 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: 5.6, opdr. 13 + 15 op blz. 193 t/m 195 --> Namen lln
B: 5.6, opdr. 13 t/m 14 op blz. 193 t/m 194 --> Namen lln
I: 5.6, opdr. 13 t/m 14 op blz. 193 t/m 194 --> Namen lln


Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 22 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 23 - Slide

Wat is het OND:
Die puzzel heeft wel 5000 stukjes.

Slide 24 - Open question

Wat is het OND:
Wanneer komen Sint en Piet in Nederland?

Slide 25 - Open question

Wat is het OND:
Die ene leerling uit 1L heeft dit weekend een voetbalwedstrijd gewonnen.

Slide 26 - Open question

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ..........

Slide 27 - Slide