Unit 3 Lesson 5

English
T2
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English
T2

Slide 1 - Slide

Planning
1. Lessonaims Check
2. Speaking
3. Short answers
4. Grammar Recap
5. Practice or Explanation

Slide 2 - Slide

Lessonaims Check

Slide 3 - Slide


Ik ken de woorden van Unit 3
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 4 - Quiz

Ik ken de zinnen van Unit 3 (Engels - Nederlands)
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 5 - Quiz


Ik kan korte antwoorden maken bij simpele vragen.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 6 - Quiz

Ik kan vertellen wat ik in de vakantie heb gedaan.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 7 - Quiz

What did you do during your Spring Break?

Slide 8 - Slide

Speaking
- In Break-out rooms
- Talk about your Spring Break (in English)
- Listen to the others (and write down keywords if needed)


What did ..... do during the Spring Break?

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Speaking
What did ..... do during the Spring Break?

Slide 10 - Slide

Short answers

Slide 11 - Slide

Short answers
Are the beans ready?

yes/no + onderwerp + herhaling van het 'to be' (+ n't)

Yes, they are.
No, the aren't.

Slide 12 - Slide

Short answers
Does she like him?

yes/no + onderwerp + herhaling van het 'to do' (+ n't)

Yes, she does.
No, she doesn't.

Slide 13 - Slide

Is your brother moving here next month?
No, ...

Slide 14 - Open question

Are you and your family busy now?
Yes, ......

Slide 15 - Open question

Is she my new neighbour?
No, ...

Slide 16 - Open question

Does he know my sister?
Yes, ....

Slide 17 - Open question

Do they go to church often?
No, ....

Slide 18 - Open question

Grammar recap

Slide 19 - Slide

Practise

Online
- Self Test Unit 3
- Flashback Unit 3


Explanation


- Future Simple
- Reading Strategies

Slide 20 - Slide

Will + hele werkwoord

Slide 21 - Slide

Will + hele werkwoord
- gaat in de toekomst gebeuren
- spontaan besloten, niet vastgelegd

Bevestigend
:) I will go with you!
:) It will start soon.
:) We will do it! - We'll do it.

Slide 22 - Slide

Will + hele werkwoord
- gaat in de toekomst gebeuren
- spontaan besloten, niet vastgelegd

Ontkennend - Will + not = won't
:( I won't go with you!
:( It won't start soon.
:( We won't do it!

Slide 23 - Slide

Will + hele werkwoord
- gaat in de toekomst gebeuren
- spontaan besloten, niet vastgelegd

Vragend - Let op! I & we = shall
? Shall I gowith you!
?  Will it start soon?
? Shall we do it?

Slide 24 - Slide

De ontkennende vorm van Will is...
A
Willn't
B
Won't
C
Will not
D
Wouldn't

Slide 25 - Quiz

Hopefully I (will / won't) fall.
A
won't
B
will

Slide 26 - Quiz

Which question is correct?
A
Will you be ready soon?
B
Shall you be ready soon?

Slide 27 - Quiz

What time (shall / will) we meet?
A
will
B
shall

Slide 28 - Quiz

(Shall / will) I buy the tickets?
A
Shall
B
will

Slide 29 - Quiz

Reading strategies

Slide 30 - Slide

Stappenplan
Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)
Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten
Stap 3. lees de tekst
Stap 4. beantwoord de vraag

Slide 31 - Slide

Stap 1 - bekijk de tekst
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 32 - Slide

Stap 2 - lees de vraag
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Slide 33 - Slide

Stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 34 - Slide

Word Guessing Strategies

  • context gebruiken 
  • herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  • het soort woord                                      switch
  • deel van het woord kennen               artificial
  • voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree


 


Slide 35 - Slide

Stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 36 - Slide

Practise Reading
1. Ga naar deze website 
2. Kies 3 teksten die je aanspreken
3. Maak de 'Preparation'
4. Lees de opdracht.
5. Lees de tekst en maak de opdracht.
6. Stuur een screenshot van je resultaat.

Liever een uitdagende tekst? Klik dan hier



Slide 37 - Slide