H5 Formuleren: Trappen van vergelijking

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Geef een voorbeeld van een
1. aanwijzend voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Startopdracht
Wat is het betekenisverschil tussen zin a en zin b?
1. Wiskunde is makkelijker dan je denkt.
2. Wiskunde is makkelijker als je denkt.

3. Danny vindt jou leuker dan ik.
4. Danny vindt jou leuker dan mij.


Slide 4 - Slide

Trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
Hoog
Hoger
Hoogst

Slide 5 - Slide

Als of dan?
Als
Dan
Na de stellende trap

Na de vergrotende trap

Net zo lief als zij (is).
Hij is groter dan ik (ben).
Twee keer zo groot als hij.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hij is langer als/dan ik/mij 

Ezelsbruggetje: verleng de zin!

Slide 8 - Slide

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quiz

Shirley beweert dat Apeldoorn niet half zo groot is ..... Amsterdam.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quiz

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Ik ken de trappen van vergelijking
en het verschil tussen 'als' en 'dan'.

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Aan de slag!
H.5  Formuleren
Opdracht 1, 1A, 2, 3


timer
20:00

Slide 14 - Slide