Lessenserie BSLL

CSE stofoverzicht met bijbehorende KA's bij de historische contexten.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 41 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

CSE stofoverzicht met bijbehorende KA's bij de historische contexten.

Slide 1 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 1
1. Opfrissen kennis Vroege Middeleeuwen d.m.v. minicollege.

2. Oefenen met examenvragen tijdvak 3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat vooraf ging (H3 - vroege middeleeuwen)
1. Na de val van het Romeinse rijk ontwikkelt zich het leenstelsel (feodale stelsel) in Europa. Binnen dit politieke systeem geeft een Leenheer een stuk land te leen aan een trouwe vazal hij wordt hiermee een leenman. Het land blijft in theorie van de leenheer. Aangezien de voorwaarden van dit contract kunnen verschillen spreekt men van feodale verhoudingen.
2. Gelijktijdig ontwikkelt zich op het land van grootgrondbezitter het hofstelsel. Vrije boeren samen met voormalige slaven mogen een deel van het land van de heer pachten, zij mogen echter niet meer van het land af, zij worden hiermee een nieuwe groep: horigen. Tevens moeten de horigen herendiensten verrichten en moeten zij deel een van de oogst afstaan, in ruil zorgt de heer voor veiligheid.

Slide 4 - Slide

Vlaanderen in 1050
  • Na het uiteenvallen van het Frankische rijk maakt Vlaanderen deel uit van West-Francië

  • Later van het Koninkrijk Frankrijk (987)

  • De lage landen op dat moment geen politieke eenheid

  • De gewesten bestaan uit zelfstandige hertogdommen/graafschappen (leenstelsel = feodale stelsel)

Slide 5 - Slide

Vlaanderen
  1. Moerasachtig en bosrijk gebied
  2. Kustgebied > veel overstromingen
  3. Veel vruchtbare grond > grote graan opbrengst

  • Door opkomst steden (Antwerpen, Gent, Brugge) neemt de vraag naar voedsel toe.

Ontwikkelingen vroege middeleeuwen:
  • Grootschalige ontginning moerasgebied / ontbossing
  • Aanleggen dijken langs de kust
  • Ontwikkeling van een nieuwe ploeg
  • Tweeslagstelsel > drieslagstelsel

  • Bevolkingsgroei maakt nieuwe ontginning noodzakelijk
situatie vroege middeleeuwen

Slide 6 - Slide

of keerploeg

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maak een keuze:

1. oefen samen met examenopdrachten bij tijdvak 3

2. Maak de sudoku over tijdvak 3

Slide 9 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 2
30 min. Bestudeer Par 1.1 

30 min Samenvattingsposter invullen

Slide 10 - Slide

Puzzel - leg een logisch verband tussen 3x4 begrippen.
Autarkie
(aspirant-) poorters
privileges
interregionale handel
het gemeen
Atrecht
monetaire economie
gilden
jaarmarkt
bonum commune
patriciaat
ambacht en nijverheid
Les 3

Slide 11 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Bespreken samenvattingsposter 1.1 

AHD Opdracht 2 voor 12

Slide 12 - Slide

Antwoorden overzichtsamenvattingen
1.1

Slide 13 - Slide

- 30 seconds - 
timer
0:30

Slide 14 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 4
30 min. Bestudeer Par 1.2

30 min Samenvattingsposter invullen

Slide 15 - Slide

- 30 seconds - 
timer
0:30

Slide 16 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 5
Bespreken samenvattingsposter 1.2

AHD Opdracht Levenslijn

Slide 17 - Slide

1.2

Slide 18 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 6
30 min. Bestudeer Par 1.3

30 min Samenvattingsposter invullen

Slide 19 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 7
Bespreken samenvattingsposter 1.3

AHD Opdracht diamant

Slide 20 - Slide

1.3

Slide 21 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 8
Klassikaal: AHD Verboden te zeggen

Samen:  AHD Chronologie

Slide 22 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 9
Zelftoets methodesite

Slide 23 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 11
Vragenuur

Slide 24 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 12
Examenopdrachten boek 1 t/m 3

Denken – Delen - Uitwisselen

Slide 25 - Slide

Opdracht 1
Toon met verwijzingen naar bron 1 aan dat het Atrechtse bakkersgilde:

- gecontroleerd werd door het stadsbestuur van Atrecht;
- een sociale functie had;
- zorgde voor onderwijs;
- concurrentie tegenging.



Slide 26 - Slide

Opdracht 1
Toon met verwijzingen naar bron 1 aan dat het Atrechtse bakkersgilde:

- gecontroleerd werd door het stadsbestuur van Atrecht;
- een sociale functie had;
- zorgde voor onderwijs;
- concurrentie tegenging.



Uit het gildereglement van het Atrechtse bakkersgilde (1356):

‘De burgemeester en schepenen van het gilde van de bakkers zijn bij ons, schepenen van Atrecht, gekomen met de wens hun reglement te vernieuwen. Wij hebben het volgende goedgekeurd:
De bakkers komen elk jaar op de dag van de heilige Rémy bijeen en kiezen hun burgemeester en schepenen. Zij leggen dan de eed af voor de schepenen van Atrecht, waarbij ze beloven hun gilde goed te onderhouden en goede waren te leveren tegen een redelijke prijs.
Niemand mag brood bakken of gebak maken voor de verkoop of een oven bezitten in het rechtsgebied van de schepenen van Atrecht als hij geen burger van de stad is en lid van het bakkersgilde.
Niemand mag lid worden van het bakkersgilde als hij geen twee jaar bij een meester van het bakkersgilde in de leer is geweest.
De burgemeester van de bakkers mag alle bakkers en bakkerijen in de stad inspecteren. Als een bakker slecht brood levert dan moet hij vijf sous boete betalen. De burgemeester van de bakkers neemt dan het brood in beslag en geeft het aan de armen.
Als iemand niet naar de begrafenis van een medebroeder gaat, dan betaalt hij vier deniers.’





Slide 27 - Slide

Antwoord
- Gilde en bestuur worden gecontroleerd door de schepenen van de stad, die het gildereglement moeten goedkeuren (inleidende zin) en de burgemeester van de stad mag de bakkerijen inspecteren (artikel 4). (1p)

- Sociale functie: De leden moeten de begrafenis van een medebroeder (gildelid) bijwonen (artikel 5). In beslag genomen brood wordt uitgedeeld aan de armen (artikel 4). (1p)
- Zorg voor onderwijs: Men wordt pas bakker als men twee jaar bij een bakker in de leer is geweest (artikel 3). (1p)
- Concurrentie tegengaan: Brood moet van een goede kwaliteit zijn (artikel 1), alleen leden van het bakkersgilde mogen een oven bezitten (artikel 2). (1p


Slide 28 - Slide

Opdracht 2

Gebruik bron 2 
Beredeneer:

- dat het boek van Ludolph van Saksen aansluit op ideeën van de Moderne Devotie en gebruik daarbij twee verwijzingen naar de tekst.
- dat ook leden van bedelorden zich in de strekking van de bron kunnen vinden.

Slide 29 - Slide

Opdracht 2
Beredeneer:

- dat het boek van Ludolph van Saksen aansluit op ideeën van de Moderne Devotie en gebruik daarbij twee verwijzingen naar de tekst.
- dat ook leden van bedelorden zich in de strekking van de bron kunnen vinden.

Ludolf van Saksen schrijft in de veertiende eeuw Leven van Jezus.

Een fragment daaruit:

‘Tot lof van God en voor de zaligheid van alle christen mensen, is hier voltooid het waardige boek over het levende woord, het lijden, de verrijzenis en de glorieuze hemelvaart van Onze Lieve Heer Jezus Christus. Ook vindt U hier toevoegingen over de goede moraal, over geestelijke lessen en devote meditaties met devote godsdienstige gebeden.’

Slide 30 - Slide

Antwoord
- Gilde en bestuur worden gecontroleerd door de schepenen van de stad, die het gildereglement moeten goedkeuren (inleidende zin) en de burgemeester van de stad mag de bakkerijen inspecteren (artikel 4). (1p)

- Sociale functie: De leden moeten de begrafenis van een medebroeder (gildelid) bijwonen (artikel 5). In beslag genomen brood wordt uitgedeeld aan de armen (artikel 4). (1p)
- Zorg voor onderwijs: Men wordt pas bakker als men twee jaar bij een bakker in de leer is geweest (artikel 3). (1p)
- Concurrentie tegengaan: Brood moet van een goede kwaliteit zijn (artikel 1), alleen leden van het bakkersgilde mogen een oven bezitten (artikel 2). (1p


Slide 31 - Slide

Opdracht 3
Uit de tekst van Maria van Bourgondië blijkt niet dat zij het eens is met alles wat de inwoners van Brugge haar vertellen.

Gebruik bron 3.

Licht dat toe, door:
in een zin samen te vatten welk argument de burgers aanvoeren voor het behouden van hun privileges.
een economisch en een politiek argument te geven voor Maria’s besluit de privileges te bevestigen.

Slide 32 - Slide

Opdracht 3
Uit de tekst van Maria van Bourgondië blijkt niet dat zij het eens is met alles wat de inwoners van Brugge haar vertellen.

Gebruik bron 3.

Licht dat toe, door:
in een zin samen te vatten welk argument de burgers aanvoeren voor het behouden van hun privileges.
een economisch en een politiek argument te geven voor Maria’s besluit de privileges te bevestigen.
In 1477 bevestigt Maria van Bourgondië de privileges van Brugge. In het document waarin dit wordt vastgelegd, schrijft ze:

‘Wij laten weten dat onze burgemeesters, schepenen, hoofdmannen van de burgerij, dekens van de ambachten, zich in de naam van de hele stad Brugge nederig aan ons gezag hebben onderworpen. Ze vertelden ons dat onze stad van oudsher gebouwd is op handel en nijverheid, dat ze een stapelplaats is voor alle goederen die in Vlaanderen binnenkomen en dat ze daarvoor beroemd is tot in verre landen. Dat onze voorgangers haar rechten, vrijheden, gunsten en privileges hebben geschonken met het oog op de bloei van de handel en met het oog op het feit dat deze handel niet alleen voor Brugge gunstig is, maar de hoeksteen vormt van onze eigen welvaart en die van Vlaanderen. Onze voorgangers hebben haar al die rechten ook geschonken, omdat de stad Brugge hun grote diensten heeft verleend in vaak moeilijke omstandigheden. Daarom hebben ze ons gevraagd de stad in haar rechten te bevestigen en haar nog meer voorrechten te schenken met het oog op de bloei, de luister en de welvaart van de stad Brugge.

Slide 33 - Slide

Antwoord
De burgers hebben haar verteld dat de stad handel en nijverheid kent en een stapelmarkt is die in andere landen beroemd is. (1p)

Politiek argument: Na de dood van haar man Karel de Stoute waren Vlaamse steden, waaronder Brugge, opstandig. Door de privileges te bevestigen kon mogelijk de rust worden hersteld.
Economisch argument: Bloeiende handel en nijverheid brengen via belastingen ook Maria van Bourgondië voordeel. (2p)

Slide 34 - Slide

HC Burgers en steden in de Lage Landen 1000-1700
Les 13
Examenopdrachten boek 4 t/m 6

Denken – Delen - Uitwisselen

Slide 35 - Slide

Opdracht 4
Zet op chronologische volgorde: 

1. Antwerpen krijgt te maken met de Spaanse Furie.

2.De Spaanse legerleider Parma verovert Antwerpen.

3.Beeldenstormers richten veel schade aan in kerkgebouwen in Antwerpen.

4. De Franse hertog Anjou probeert Antwerpen te veroveren op troepen van Willem van Oranje.

5.De Schelde, de toegang tot Antwerpen over het water, wordt afgesloten.



Antwoord
3-1-4-2-5

Slide 36 - Slide

Opdracht 5
De vijf gebeurtenissen in de vorige opdracht hadden gevolgen voor zowel Antwerpen als Amsterdam.

A De Spaanse legerleider Parma verovert Antwerpen.
B De Franse hertog Anjou probeert Antwerpen te veroveren op troepen van Willem van Oranje.
C De Schelde, de toegang tot Antwerpen over het water, wordt afgesloten.
D Beeldenstormers richten veel schade aan in kerkgebouwen in Antwerpen.
E Antwerpen krijgt te maken met de Spaanse Furie.


Leg uit:
- bij drie van de vijf gebeurtenissen hoe deze een daling van het bevolkingsaantal van Antwerpen veroorzaakten, en
- dat Amsterdam zowel in cultureel opzicht als in economisch opzicht profiteerde van de neergang van de handelssituatie in Antwerpen.

Slide 37 - Slide

Antwoord
1. Na de Beeldenstorm werd in de stad de orde hersteld. Alva begon vervolgingen van Beeldenstormers en opstandelingen. Antwerpenaren vluchtten naar Duitse gebieden of naar Engeland.


2. Tijdens de Spaanse Furie worden Antwerpenaren om het leven gebracht. Door de onveilige situatie en inkrimping van de handel vertrekken Antwerpenaren ook.
3. De aanval van Anjou mislukte, maar kostte wel Antwerpenaren het leven. Door de onveilige situatie en inkrimping van de handel vertrekken Antwerpenaren ook.
4. Tijdens het beleg van Antwerpen en de verovering door de Spanjaarden komen Antwerpenaren om het leven. Door de onveilige situatie en inkrimping van de handel vertrekken Antwerpenaren ook.
5. Door de blokkade van de Schelde stort de handel in Antwerpen helemaal in en vertrekken nog meer Antwerpenaren uit de stad. (3p)

Economisch: er kwamen veel handelaren en deskundige ambachtslieden. (1p)
Cultureel: ook boekdrukkers en kunstenaars verhuisden van Antwerpen naar Amsterdam. (1p)





Slide 38 - Slide

Opdracht 6
Spinoza stelt dat de Hollanders zich van hun landsheer hebben ontdaan.

Gebruik bron 4.

- Geef zonder de bron twee motieven die de Hollanders voor deze beslissing hadden.
- Geef met behulp van de bron aan welke twee kritiekpunten Spinoza heeft op de bestuurlijke organisatie van de Republiek nadat ze zich van de landsheer heeft ontdaan.
- Beredeneer zonder de bron in hoeverre Oranjegezinden en in hoeverre staatsgezinden het met die kritiek eens zijn.

Slide 39 - Slide

Opdracht 3
Uit de tekst van Maria van Bourgondië blijkt niet dat zij het eens is met alles wat de inwoners van Brugge haar vertellen.

Gebruik bron 3.

Licht dat toe, door:
in een zin samen te vatten welk argument de burgers aanvoeren voor het behouden van hun privileges.
een economisch en een politiek argument te geven voor Maria’s besluit de privileges te bevestigen.
Twee fragmenten uit Tractatus Theologico-Politicus, een boek van Spinoza (1670):

‘De Hollanders hebben het voor het behoud van hun vrijheid voldoende geacht zich van hun landsheer te ontdoen, zonder aan een nieuwe opbouw te denken. Het gevolg daarvan is dat het merendeel van de onderdanen niet weet in wiens handen eigenlijk de hoogste regeermacht ligt. Bovendien zijn de feitelijke machthebbers veel te gering in aantal om het volk te regeren.’

‘Als het even gemakkelijk was over gedachten te heersen als over tongen, zou iedereen veilig kunnen regeren en zou geen enkel staatsgezag gewelddadig zijn.’

Slide 40 - Slide

Antwoord
- De Hollanders ontdeden zich van hun landsheer omdat die het geloof van de onderdanen wilde bepalen en omdat hij de privileges schond door te autoritair te regeren. (2p)

- Spinoza vindt dat er te weinig vrijheid is om kritiek te leveren. Vrijheid is nodig voor democratie. Nu is er blijkbaar geen veiligheid voor iedereen. Er is staatsgeweld. Bovendien zijn er in het bestuur te weinig mensen (die het volk vertegenwoordigen) om echt van democratie te spreken. Dus de macht was in handen van een veel te kleine groep. In de termen van Spinoza was dat een oligarchie. (2p)
- Spinoza wil democratie en daarvoor is vrijheid van meningsuiting noodzakelijk. Die is er in zijn ogen niet voldoende, want Oranjegezinden dulden geen kritiek op de stadhouder. Bovendien willen de Oranjegezinden dat er meer macht bij de stadhouder (de Oranjes) komt te liggen. Dat betekent dat het bestuur, als de Oranjegezinden aan de macht zouden komen, in de ogen van Spinoza nog ondemocratischer zou worden dan wanneer de staatsgezinden aan de macht zijn. Spinoza heeft dus kritiek op de Oranjegezinden. Maar hij heeft ook kritiek op de staatsgezinden. In de ogen van Spinoza regeert als zij aan de macht zijn ook maar een kleine kliek en dat is niet democratisch. De staatsgezinden zijn niet echt democratisch, want in de steden heerst een regentenkliek en in de Staten zitten vertegenwoordigers van de standen, dus niet het volk. Beide groepen vinden dus stof om zijn denkbeelden af te keuren. (2p)

Slide 41 - Slide