Het werkwoord llamarse

Het werkwoord llamarse
Benodigdheden:
- Aantekening werkwoord llamarse
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare school

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Het werkwoord llamarse
Benodigdheden:
- Aantekening werkwoord llamarse

Slide 1 - Slide

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?
Mis amigas ______ Alba y Carla.
A
nos llamamos
B
os llamáis
C
se llaman
D
te llamas

Slide 2 - Quiz

Welke vervoegingen van het werkwoord llamarse zij juist op de lege plekken?

Yo ______ Raul y mi amigo _______ Eduardo.
A
me llamo - se llaman
B
os llamáis - se llama
C
nos llamamos - se llaman
D
me llamo - se llama

Slide 3 - Quiz

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Mis hermanos ______ Juan y Pedro.
A
se llama
B
os llamáis
C
se llaman
D
te llamas

Slide 4 - Quiz

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Tú _______ Andrea.
A
me llamo
B
te llamas
C
se llama
D
nos llamamos

Slide 5 - Quiz

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Nosotros ________ Sam y Enrique.
A
te llamas
B
os llamáis
C
nos llamamos
D
se llaman

Slide 6 - Quiz

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Tú y tu compañera _______ Enrique y Alba.
A
te llamas
B
os llamáis
C
nos llamamos
D
se llaman

Slide 7 - Quiz

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Yo _____ Emanuel.

Slide 8 - Open question

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Hola. Tú ______ María, ¿verdad? (¿verdad? = nietwaar?)

Slide 9 - Open question

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

¿Cómo ___ tu hermano?

Slide 10 - Open question

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Mucho gusto. Yo ____ Alba. (mucho gusto = aangenaam kennis te maken).

Slide 11 - Open question

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

¿Cómo ____ tus padres?

Slide 12 - Open question

Welke vervoeging van het werkwoord llamarse is juist op de lege plek?

Vosotros ____ Luis y Paloma, ¿verdad?

Slide 13 - Open question