som, product en complement regel

som, product en complement regel
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

som, product en complement regel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

EN dus productregel
Je gooit 3 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het honderdtal, de tweede worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.

Slide 4 - Slide

Je gooit 3 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het honderdtal, de tweede worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.

Slide 5 - Open question

Productregel toepassen
Elke worp is onafhankelijk en bij elke worp zijn er 6 mogelijkheden.
Volgens de Productregel:
Keuze voor het honderdtal: 6 mogelijkheden
Keuze voor het tiental: 6 mogelijkheden
Keuze voor de eenheid: 6 mogelijkheden
Het totaal aantal verschillende getallen dat je kan maken is dan:

6×6×6=216

Slide 6 - Slide

Je gooit 4 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het duizendtal, de tweede worp het honderdtal, de derde worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.
a) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er?
b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5?
c) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1?
d) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 7? 








Slide 7 - Slide

Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er?
A
7776
B
216
C
1296
D
1200

Slide 8 - Quiz

Je gooit 4 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het duizendtal, de tweede worp het honderdtal, de derde worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.
a) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er? 1296
b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5?
c) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1?
d) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 7? 








Slide 9 - Slide

b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Je gooit 4 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het duizendtal, de tweede worp het honderdtal, de derde worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.
a) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er? 1296
b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5? 432
c) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1?
d) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 7? 








Slide 12 - Slide

Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Je gooit 4 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het duizendtal, de tweede worp het honderdtal, de derde worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.
a) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er? 1296
b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5? 432
c) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1? 1080
d) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 7? 








Slide 15 - Slide

Je gooit 4 keer met eenzelfde dobbelsteen.
De eerste worp bepaalt het duizendtal, de tweede worp het honderdtal, de derde worp bepaalt het tiental en de laatste worp bepaalt de eenheid van een getal.
a) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er? 1296
b) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 2 of 5? 432
c) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die niet eindigen op 1?
d) Hoeveel mogelijke getallen ontstaan er die eindigen op 7?  0








Slide 16 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
a) Op hoeveel mogelijke manieren kan dat gebeuren?
b) Bij hoeveel van die combinaties heeft elke leerling een andere vraag getrokken?
c) Bij hoeveel van die combinaties hebben juist twee van de drie leerlingen eenzelfde vraag?
d) Bij hoeveel van die combinaties hebben ze alle drie dezelfde vraag getrokken?





Slide 17 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
a) Op hoeveel mogelijke manieren kan dat gebeuren?






Slide 18 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
b) Bij hoeveel van die combinaties heeft elke leerling een andere vraag getrokken?






Slide 19 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
c) Bij hoeveel van die combinaties hebben juist twee van de drie leerlingen eenzelfde vraag?






Slide 20 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
d) Bij hoeveel van die combinaties hebben ze alle drie dezelfde vraag getrokken?





Slide 21 - Slide

los op samen met je buur, straks komen jullie aan bord om het uit te leggen.
In het lokaal van het mondeling examen liggen er vijf genummerde vragen klaar voor de drie leerlingen van die dag. Als één leerling buitenstapt en de volgende binnengaat, heeft die opnieuw keuze tussen dezelfde vijf vragen.

Elke leerling trekt één van de vijf vragen.
a) Op hoeveel mogelijke manieren kan dat gebeuren? 125
b) Bij hoeveel van die combinaties heeft elke leerling een andere vraag getrokken? 60
c) Bij hoeveel van die combinaties hebben juist twee van de drie leerlingen eenzelfde vraag? 60
d) Bij hoeveel van die combinaties hebben ze alle drie dezelfde vraag getrokken? 5
 




Slide 22 - Slide

Basisbegrippen

Slide 23 - Slide

Kansen als relatieve frequentie
de wet van Laplace of de formule van Laplace.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Kansrekenen met venndiagrammen

Slide 27 - Slide