H3b 3-11-2021, Sätze zerlegen

Herzlich Willkommen






beim Deutschunterricht
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herzlich Willkommen






beim Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Regeln in der Klasse
  • Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
  • Mobiele telefoon in de tas.
  • Respect voor elkaar.
  • Altijd laptop meenemen.
  • Tas, naast jou op de grond.
  • Voeten op de grond.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

der Anfang
Je leert persoonlijke voornaamwoorden herkennen en toepassen in zinnen.

Je kunt het onderwerp en lijdend voorwerp bepalen in een zin.

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
Oefenen met persoonlijke voornaamwoorden door oefeningen digitaal te maken. 

Oefenen met het herkennen van onderwerp en lijdend voorwerp in zinnen. 

Slide 4 - Slide

koppelcodes
Its Learning: 15945
Lessonup: FBWWM

Slide 5 - Slide


Was? 
Wie?
Mit wem?
Wie lange?
Hilfsmittel?
Ergebnis?
Fertig?

Oefeningen 19,20,21 van vorige week afmaken.

Als je die al gedaan hebt en hebt laten zien, kun je verder met:
23, 24, 25





Maak de oefeningen digitaal of laat de oefeningen ingevuld in het boek zien. 
ik bekijk dan je werk.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Sätze zerlegen
  • Deze opdracht doe je alleen.
  • Je krijgt van mij een blad. 
  • Schrijf de zinnen over.
  • Ontleed de zinnen.
  • Bepaal het onderwerp en lijdend voorwerp in de zin.
  • Geef aan welke persoonlijke voornaamwoorden in de zin staan.
  • Geef aan waar hoofdletters gezet moeten worden.
  • Ben je klaar? Ruil met je buur en kijk elkaars zinnen na.

Slide 8 - Slide

Zinnen ontleden
Voorbeeld: Ich liebe dich.

Ich is onderwerp = o+1
dich is lijdend voorwerp = lv+4 
ich is persoonlijk voornaamwoord Nominativ (= 1e naamval)
dich is persoonlijk voornaamwoord Akkusativ (= 4de naamval)

Slide 9 - Slide

Zinnen ontleden
Voorbeeld 2: Die kinder rufen ihre mutter.
Die kinder is onderwerp (=o+1)
ihre mutter is lijdend voorwerp (lv+4).
ihre is een bezittelijk voornaamwoord, er staan geen persoonlijke voornaamwoorden in deze zin. Kinder en Mutter zijn zelfstandige naamwoorden, moeten dus met hoofdletter geschreven worden.

Slide 10 - Slide

  1. Ich liebe dich.
  2. Die kinder rufen ihre mutter.


  3. Ich werde dich morgen anrufen.
  4. Der arzt untersucht mich.
  5. Ich bringe ihn zum krankenhaus.
  6. Frau Ebert ist sehr krank.
  7. Meine Freundin sucht euch.
  • Schrijf de zinnen op het blad.
  • Bepaal bij elke zin het onderwerp en lijdend voorwerp.
  • Geef aan welke persoonlijke voornaamwoorden in de zin staan.
  • Geef aan waar hoofdletters gezet moeten worden.
  • Ben je klaar? Ruil met je buurman en kijk de zinnen van elkaar na.
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Was habt ihr gelernt?
Je kunt het onderwerp en lijdend voorwerp bepalen in een zin.
Je kent persoonlijke voornaamwoorden in de 1ste en 4de naamval.




Slide 12 - Slide

Afsluiting
Habt ihr noch Fragen?


Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.

timer
1:00

Slide 13 - Slide

Bis zum nächsten Mal

Slide 14 - Slide