05-03 §8.2 De balans

§8.2 De balans
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§8.2 De balans

Slide 1 - Slide

1 leerling naar voren laten komen. Hier laat je hem 3 stiften in 1 hand vasthouden en in de andere hand een gum en 1 stift. 1 stift wegnemen bij de gum, dan vragen om terug in balans te krijgen wat je aan de andere kant moet wegnemen.
Dus 1 gum = 2 stiften
formule g+1 = 3
g+1-1 = 3-1
g = 2
Aan het eind van deze les kan je:
Vergelijkingen oplossen met een balans.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijf korter (denk aan gelijksoortige termen):

11 + 5 x r - 3 x r = k

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Schrijf zo kort mogelijk:
S=4x3t+7x12k-6x8g
A
S=12t+7x12k-48g
B
S=4x3t+84k-48g
C
S=12t+84k-48g
D
S=12t+84K-6x8g

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

§8.2 De balans

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorlopige afspraken
Guus, Niels, Digi Ondersteunde route, en samen met mij werken totdat ik denk dat je zelfstandig kan.
Esra en Marit=Doorlopende route
Jesse, Evy, Lynn, Max, Wout =Uitdagende route, mag zelfstandig in stilte direct beginnen met opdrachten, vragen stellen NA instructie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Slide 8 - Open question

This item has no instructions


Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Als ik aan de linkerkant 3kg weghaal, hoeveel moet ik dan aan de rechterkant weghalen? 
De weegschaal MOET in evenwicht blijven!

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Als ik aan beide kanten 3kg heb weggehaald, welke vergelijking blijft er dan over? Noteer K voor de kazen.
 

Slide 11 - Mind map

6K= 21KG
Schrijf op/onderstreep en onthoud:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

-6 knikkers
: 5

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Welke vergelijking hoort bij deze balans?
A
3+k = 10
B
3k = 36
C
3k = 12
D
k = 36

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke vergelijking hoort bij dit plaatje en wat is de oplossing?
A
3a = 12 a = 4
B
3a = 12 a = 6

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan een vergelijking oplossen met behulp van de balans
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Aan de slag, 8 en 10 hoeven niet. 




O= Digi, Niels
D= Esra, Marit
Jesse = H3A §1.3  U= Max, Evy, Guus, Wout


Klaar? Nakijken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Los op
Stap 1= omcirkel de gelijksoortige termen
Stap 2= Haal gelijksoortige termen naar 1 kant
Stap 3= Los de vergelijking op
Voor Evy, Lynn, Max, Jesse,Wout

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5Z+2=3Z+14
Stap 1 = Gelijksoortige termen omcirkelen/markeren
Stap 2 = Gelijksoortige termen naar 1 kant (aan ene kant haal ik wat weg, aan andere kant ook), hier -3Z
Dan wordt de vergelijking: 2Z+2=14
Gelijksoortige termen naar een kant dus 2 weghalen 2Z=12
2Z=12 dus Z=6


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag rest



O= Digi, Niels
O= Digi, Niels
D= Esra,Indy, Marit
Klaar? Nakijken
Niet klaar= Huiswerk voor morgen, 
dan §8.3 Vergelijkingen oplossen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions