2V H2-3-4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bepaal verband in de zin:
Ook al is een mondkapje verplicht op de gangen in de school, toch draagt niet iedereen het altijd.

1. toegevend
2. oorzakelijk
3. redengevend
4. concluderend

Geef het verband aan in de zin:
Het maken van de opdrachten voor Nederlands kost veel tijd, evenals in de brugklas.

1. Redengevend
2. Samenvattend
3. Toegevend
4. Vergelijkend

Daarom, dus, want, de reden hiervoor is en vanwege zijn signaalwoorden die passen bij een ...... verband

1. Concluderend
2. Oorzakelijk
3. Redengevend
4. Doel-middel

Geef het verband in de zin:
Met behulp van het antwoordenboekje maak ik mijn huiswerk foutloos binnen 10 minuten.

1. Doel-middel
2. Toegevend
3. Redengevend
4. Voorwaardelijk

H4 Feiten, meningen & argumenten

Feit 

Feit is te controleren. 

Mening

Geeft aan wat je van iets vindt. 

Opsplitsen in standpunt (s) en argument (a).

s= wat je vindt 

a= waarom je het vindt, denk aan signaalwoorden voor redengevend verband

Merijn leest nooit de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.

1. Feit
2. Mening

Wat is het standpunt in de volgende zin?
´Omdat sommigen faalangstig zijn, geeft mevrouw Valencia nooit een onverwachte toets.´

1. Omdat sommigen faalangstig zijn
2. Geeft mevr. VLC nooit een onverwachte toets

Daar de schoonheidsspecialiste nog nooit eerder een piercing had gezet, was zij erg gespannen.

Waar staat het argument in bovenstaande zin?

1. Voor de komma
2. Na de komma