H3.2 Binding in moleculen

3.2 Binding in moleculen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Binding in moleculen

Slide 1 - Slide

Huiswerk H3.1 Vragen over 3b, 6, 7 8, 9 en 10
Vraag 8: 
a) ontleding; 1 stof voor de pijl: CaCO3 --> CaO + ?
welke atomen hou je over ? CO2.                                          b) 
c en d) Kijk naar de elektronen verdeling in je binas 
tabel 99. Ca heeft 2 valentie-elektronen dus Ca2+ion
en zuurstof 6 valentie-elektronen dus O2 ion; onderling stoten ze elkaar af en samen trekken ze elkaar aan

Slide 2 - Slide

Huiswerk H3.1 Vragen over 3b, 6, 7 8, 9 en 10
Vraag 9: 
a) ontleding; 1 stof voor de pijl: 2H20 --> 2H2 + O2
b) water is een moleculaire stof -> geleidt geen stroom
c ) doorstrepen
d) 

Slide 3 - Slide

Huiswerk H3.1 Vragen over 3b, 6, 7 8, 9 en 10
Vraag 10: 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen H3.2
  • Je leert van moleculaire stoffen de naam afleiden uit de molecuulformule en andersom
  • Je leert hoe een (polaire) atoombinding wordt gevormd
  • Je leert de begrippen elektronegativiteit en covalente binding kennen

Slide 5 - Slide

Naamgeving
Systematische naamgeving: Stoffen een naam geven volgens vastgestelde regels


Triviale naam: Een andere naam die veel wordt gebruikt voor dezelfde stof. Bijvoorbeeld: water i.p.v. diwaterstofoxide.

Slide 6 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Systematische naamgeving moleculen

Slide 9 - Slide

Atoombinding

Slide 10 - Slide

Watermolecuul
Water is de meest voorkomende moleculaire stof die uit meer dan één type element bestaat.

Molecuulformule:
Structuurformule:




Slide 11 - Slide

De binding tussen O en H



  • De binding tussen de zuurstof en waterstof atomen heet een atoombinding.
  • Een atoombinding wordt ook wel chemische binding of covalente binding genoemd.
  • Deze worden met een streepje aangegeven



Slide 12 - Slide

De binding tussen O en H

Slide 13 - Slide

De binding tussen O en H

Slide 14 - Slide

De binding tussen O en H




De atoombinding is een binding door een gemeenschappelijk electronenpaar
Hierdoor krijgen de atomen een edelgasconfiguratie

Slide 15 - Slide

Chloor

Slide 16 - Slide

Chloor

Slide 17 - Slide

Covalentie

Slide 18 - Slide

  • Is al in de edelgas configuratie (geen bindingen)
  • Heeft één electron nodig (1 binding)
  • Heeft twee electronen nodig (2 bindingen)
  • Heeft drie electronen nodig (3 bindingen)
  • Heeft vier electronen nodig (4 bindingen)

Slide 19 - Slide

Covalentie
De covalentie is de hoeveelheid bindingen die een element kan maken dit is dus eigenlijk hoeveel streepjes het element om zich heen moet hebben.

Slide 20 - Slide

Polaire binding

Slide 21 - Slide

Waterstofchloride

Slide 22 - Slide

Electronen negativiteit
  • De elektronen die een samen een atoombinding vormen, zitten niet altijd netjes in het midden tussen 2 atomen in.
  • Dit is afhankelijk van de elektronegativiteit van de betrokken atomen.
  • Zie Binas 40A.

Slide 23 - Slide

Electronen negativiteit

Hoe groter deze waarde, 
des te harder trekt het electron

Slide 24 - Slide

Notatie polaire binding
Partiele lading aangeven in het molecuul

Slide 25 - Slide

Let op C en H

Koolstof en waterstof worden 
altijd δ+ bij een polaire binding.

Alleen bij een andere C of H 
blijven deze elementen neutraal.


Slide 26 - Slide

NOOIT

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide



Oefening

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Polair, Apolair en Ionbinding
Het verschil in elektronegativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding (BiNaS 40A)

ΔEN
Soort binding
Voorbeeld
< 0,4
Apolair
C-H, C-S, C=S
0,4-1,7
Polair
C-F, H-Cl, C-O, C=O
> 1,7
Ion
Na+ Cl-

Slide 31 - Slide

Polair en apolair

Slide 32 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS3.2 (blz. 72-75)
Maak de vragen 11 t/m 17 (blz. 76-77)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 33 - Slide