6.5 (Emotionele) problemen bij zorgvragers

Comm & Begl. Week 5
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BegeleidingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Comm & Begl. Week 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les 
  • Terugblik 
  • Wat zijn emoties?
  • Ondersteunen bij emotionele problemen
  • Rol verzorgende
  • Pesten in de zorg
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

2 waarheden en 1 leugen

-> Maak groepjes van 3
-> Bedenk samen 2 waarheden en 1 leugen over de inhoud van de les van vorige week
-> Jullie krijgen 5 minuten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Terminale fase is de laatste fase van iemands leven
  • Bij iemand die terminaal is is de ziekte ook niet meer te redden
  • Door palliatieve zorg kunnen mensen nog beter worden 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Terminale zorg kan maanden tot jaren duren
  • Interdisciplinair betekent dat je met verschillende disciplines werkt
  • Palliatieve zorg is niet hetzelfde als terminale zorg

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Bij de palliatieve fase komt de zorgvrager niet te overlijden
  • In de terminale zorg verschuift het uitgangspunt naar het bieden van kwaliteit van sterven
  • De wet zorg en dwang regelt de rechten van zorgvragers die door ziekte of aandoening niet (meer) zelf kunnen bepalen wat goed voor hen is

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Laatste levensfase: Iemand gaat dood, Is de laatste fase van zn leven 
  • Versterven: Natuurlijk proces van minder slapen en pijn waardoor de zorgvrager op een humane wijze sterft
  • Doods aard: Oorzaak hoe iemand is overleden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Hersendood is situatie waarbij er geen enkele hersenactiviteit meer is
  • Intraveneus is rechtstreeks vanuit de bloedbaan
  • Subcutaan is boven huids

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Euthanasie is ook bekend als zelfdoding onder medische handelingen
  • Terminale fase is de fase dat je beter wordt
  • Palliatieve zorg is een benadering die gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten met een levensbedreigende ziekte. Het doel van palliatieve zorg is om symptomen te verlichten en het lijden te verminderen, ongeacht de fase van de ziekte of de noodzaak van andere behandelingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • De zorgvrager heeft recht op informatie over de zorg en over zijn gezondheidstoestand
  • Een wilsverklaring is niet geldig als de zorgvrager het niet zelf heeft geschreven
  • Als verzorgende mag je een infuus zetten voor morfine 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2 waarheden en 1 leugen
  • Palliatieve sedatie is opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een zorgvrager in de kaatste levensfase
  • Terminale fase is zorg die geboden wordt in de laatste fase van iemands leven. Terminale zorg richt zich op een goede kwaliteit van sterven, met comfort als hoofddoel
  • Wilsbekwaamheid is vermogen om zelfstandig beslissingen te nemen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Ervaring Emoties

Slide 13 - Slide

voorbeeld noemen met een emotie op de werkvloer bij de zorgvrager
Wat zijn emoties?
  • Innerlijke ervaringen of gevoelens die spontaan opkomen of worden opgeroepen door een bepaalde situatie.
  • Heftige emoties gaan meestal gepaard met lichamelijke reacties of uitingen in gedrag (zweten, rood hoofd, huilen, schreeuwen, weglopen) 
  • Denk aan rouw en verliesverwerking
  • Ieder uit zich ander

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stelling 


Emoties horen niet op de werkvloer thuis. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Emotionele problemen
  • Ontkenning (zeggen dat iets er niet is)
  • Opstandigheid (Verzet tegen de situatie, situatie dringt niet door)
  • Neerslachtigheid (sombere, zwaarmoedige stemming)
  • Depressie (bedroefdheid, pessimisme, gebrek aan zelfvertrouwen)
  • Stemmingswisselingen (wanneer te lang duren emotioneel probleem)
  • Verborgen emoties (niet uiten, beleven en ervaren van emoties)
  • Primaire (1e reactie) en secundaire (opvolgend op de eerste) emoties

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarom ondersteunen bij emotionele problemen..

  • Nodig om gebeurtenissen te verwerken (geestelijk) gezond blijven
  • Alle emoties (ook negatief) voelen en gekend worden
  • Bij onderdrukken/vastklampen kunnen emotionele problemen ontstaan 
  • Voorbeeld: woedeaanvallen, depressie, stemmingswisselingen, klachten, eenzaamheid, sociale uitsluiting enz.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Valkuilen
  • Oplossen (NIVEA)
  • Bagatelliseren 
  • Vergelijken
  • Beoordelen/veroordelen
  • Dramatiseren

Slide 18 - Slide

Laat elke valkuil door een student worden toegelicht dmv een voorbeeld. Bagatelliseren is kleiner maken, dramatiseren is groter maken
De zorgvrager toont emoties
Hoe kan jij als Verzorgende reageren?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen?

  • Luisteren, wat is het echte probleem? Eigen mening voor je houden
  • Vragen stellen, ook aan de omgeving. 
  • Uitnodigende en open houding
  • Hulp inschakelen (geestelijke zorg, maatschappelijk werk, Instanties zoals schuldhulpverlening, voedselbank enz)
  • Eerlijk zijn
  • Veiligheid bieden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

verschil plagen en pesten

Het is soms lastig om te bepalen wanneer plagen pesten wordt.

Hoe maak je het onderscheid?

Slide 22 - Slide

Weten studenten het verschil tussen pesten en plagen?

in de volgende dia's uitleg
Pesten
  • Het komt met regelmaat terug en er is sprake van een ongelijke machtsverhouding; de pester is de winnaar en het slachtoffer de verliezer;
  • Uitsluiten, buitensluiten, opjagen, bedreigen, treiteren, vernederen, slaan, schoppen, uitschelden etc.;
  • Mag/ kan het slachtoffer niet (meer) voor zichzelf opkomen en loopt het (blijvende) lichamelijke en/ of geestelijke schade op;
  • Je kunt niet meer met elkaar door één deur.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een geintje geen geintje meer:
  • Als de ander aangeeft dat het niet leuk meer is en er wordt dan toch doorgegaan….dan wordt plagen pesten.
  • Als er steeds hetzelfde geintje wordt uitgehaald. Of steeds weer hetzelfde grapje wordt gemaakt. Ook dan wordt plagen pesten.
  • Als je merkt dat de één de baas wordt over de ander. Er is dan sprake van een winnaar en een verliezer. Dit kan zich zowel op lichamelijk als geestelijk vlak afspelen. In tegenstelling tot bij plagen is er een situatie ontstaan waarbij de gepeste vaak niet meer voor zichzelf kan opkomen. Ook kan het zijn dat iemand uit een groep wordt gestoten. Diegene die dat overkomt wordt dan buitengesloten. Ook dat is een vorm van pesten.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Rollen


Welke rollen zijn er bij het pesten?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

rollen bij het pesten
De pester
De meepester
De gepeste
De helper
De buitenstaander

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

pesten in de zorg

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Als ik zie dat er geplaagd wordt laat ik het de cliënt zelf oplossen
 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Als iedereen elkaar helpt wordt er niet meer gepest

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Pesten gebeurt altijd daar kun je niets tegen doen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Als je gepest wordt moet je beter voor jezelf opkomen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Door niet te reageren op pesten, steun je de pester.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stelling
Eigenlijk wil ik iemand die gepest wordt, steunen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 34 - Slide

Wat hebben de studenten aan deze les gehad? laat ze antwoorden in 1 woord