Er waren verschillende soorten concentratiekampen:
Doorgangskampen (Westerbork)
Werkkampen: Dachau
Vernietigingskampen: Auschwitz, Sobibor
Ondanks de verschillen hadden alle kampen een ding gemeen: alle gevangenen werden er slecht behandeld. Als iemand in een concentratiekamp terecht kwam had hij of zij ongeveer zes weken te leven.