Als twee (of meer) woorden een samenstelling vormen, zijn ze één geheel. Er is daardoor ook vaak één hoofdklemtoon te horen: rúgzak, rúgzaktoerisme, áchterzak.
Het laatste deel is de kern van de samenstelling. Dit deel bepaalt dan ook het woordgeslacht: het is de zak en dus ook de rugzak . Het is het zakje en dus ook het rugzakje.
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 75 min
Items in this lesson
samenstellingen
Als twee (of meer) woorden een samenstelling vormen, zijn ze één geheel. Er is daardoor ook vaak één hoofdklemtoon te horen: rúgzak, rúgzaktoerisme, áchterzak.
Het laatste deel is de kern van de samenstelling. Dit deel bepaalt dan ook het woordgeslacht: het is de zak en dus ook de rugzak . Het is het zakje en dus ook het rugzakje.
Slide 1 - Slide
samenstellingen
De delen van een samenstelling zijn ‘echte woorden’ die ook los, zelfstandig, voorkomen: rug, zak, baby, draag. De delen kunnen zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn.