Presente perfecto

1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De voltooid tegenwoordige tijd
1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je presente perfecto?
4. Signaalwoorden
Presente perfecto

Slide 3 - Slide

Presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd
In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.
Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Presente perfecto
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:
 


ww-ar: stam + ado
ww-er: stam + ido
ww-ir: stam + ido
haber +

Slide 5 - Slide

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?
De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)
Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)
 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)


Slide 6 - Slide

Vervoeging Presente perfecto

Slide 7 - Slide

Woorden waarmee je de Presente Perfecto
kunt herkennen
Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones
Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.



Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?
Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

Slide 8 - Slide

¡A practicar!
1. Yo (visitar)__________
2. Ella (dormir)__________
3. Tú (beber)__________
4. Nosotros (bailar)__________
5. Vosotros (vivir)__________
6. Ellas (nadar)__________

Slide 9 - Slide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 10 - Slide