De opdracht poëzie gedichtenbundel MHV2

PO
De gedichtenbundel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

PO
De gedichtenbundel

Slide 1 - Slide

Opdracht
Je maakt in groepjes van drie jullie eigen bundel met gedichten.

De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
  • 6 gekozen bestaande gedichten
  • 5 zelf geschreven gedichten (daarvan 1 haiku, 1 stiftgedicht, 
1 beeldgedicht en 2 naar keuze die hiervoor nog niet zijn genoemd: 
bijvoorbeeld een elfje, limerick, sonnet of rondeel)

Slide 2 - Slide

Lesopbouw

We gaan eerst de theorie behandelen en vervolgens ga je zelf gedichten schrijven. 

Die gedichten verzamelen jullie in jullie eigen bundel: groepjes van drie. 

In de volgende dia's lees je wat de opdracht is. 

Slide 3 - Slide

Eisen zelfgekozen gedichten
  • Van de zelfgekozen gedichten zijn er 2 gedichten van voor 1900.
De website vind je verderop in deze les. 
  • Jullie kiezen 2 gedichten voor kinderen, van internet.
  • Jullie kiezen twee hedendaagse gedichten uit een bundel en niet van internet. De bundels liggen in 1.23
  • Vermeld van alle gedichten ook de bron. 
  • Zet boven de gedichten: "voor 1900" "hedendaags" en "kindergedicht".

Slide 4 - Slide

Uitleg 6 zelfgekozen gedichten
Van de zelfgekozen gedichten vertel je het volgende:
  • Wie is de schrijver?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Wat vind je van het gedicht?
  • Wat valt je op aan het gedicht? Denk aan rijm: assonantie, alliteratie of enjambement. Denk aan opvallende woorden/taalgebruik/strofen, stijlfiguren. De theorie hierover staat in een aparte LessonUp die de docent met jullie deelt en bespreekt. 
  • Schrijf bij ieder gedicht minimaal 150 woorden
  • Je plaatst eerst de 2 gedichten van voor 1900 en daarna je gedichten voor kinderen. Dan volgen de hedendaagse en daarna volgen je vijf zelfgeschreven gedichten. 
verplicht!

Slide 5 - Slide

Uitleg 5 zelfgeschreven gedichten
Schrijf zelf vijf gedichten:
  • Minstens 1 van jullie eigen gedichten bevat rijm en minstens 1 van jullie gedichten bevat geen rijm. 
  • Maak gebruik van minstens 1 stijlfiguur in 1 van de gedichten, zoals een vergelijking, metafoor of personificatie en geef aan waar je die hebt toegepast. De theorie hiervan staat in aparte LessonUp's die de docent met jullie deelt.
  • Voeg in ieder geval een beeldgedicht, een stiftgedicht en een haiku toe. Daarna voeg je nog 2 gedichten naar keuze toe, die hiervoor nog niet zijn genoemd. Vermeld boven het gedicht welke het is. 

Slide 6 - Slide

Uiterlijk

Maak jullie bundel zo mooi mogelijk, dus les ook op het uiterlijk. Maak er een mooi werkstuk van. Wees creatief! Verderop in deze LessonUp zie je een aantal voorbeelden van gedichten met uitwerking. 

Slide 7 - Slide

Website gedichten


Klik hier voor gedichten, o.a. van voor 1900.

Voor het beeldgedicht klik je hier.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
In de onderstaande dia's vind je een aantal gedichten uit een bundel gemaakt door een leerling (let op: er zitten hier en daar een paar spelfoutjes in). 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide