Vragen beantwoorden over de 6 zelfgekozen gedichten in 150 woorden
1.
Wie is de schrijver?2. Waar gaat het gedicht over?
3. Wat vind je van het gedicht?
4. Wat valt je op aan het gedicht? Lees hieronder en op volgende dia meer informatie.
Welk soort rijm.
Vertel iets over de strofen, de beeldspraak en de stijlfiguren.
De theorie hierover staat in aparte LessonUp's die de docent met jullie deelt en bespreekt.
- Schrijf bij ieder gedicht minimaal 150 woorden door de 4 vragen te beantwoorden.
- Je plaatst eerst de 2 gedichten van voor 1900 en daarna je gedichten voor kinderen. Dan volgen de hedendaagse en daarna volgen je vijf zelfgeschreven gedichten.