De opdracht gedichtenbundel M2

De gedichtenbundel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

Items in this lesson

De gedichtenbundel

Slide 1 - Slide

PO gedichtenbundel


In groepjes van drie gaan jullie een gedichtenbundel maken. 


Slide 2 - Slide

Kern

Voor deze opdracht behandelen we hoofdstuk 63 en 76 uit Kern (rijm en ritme).

Slide 3 - Slide

Opdracht
Je maakt in groepjes van drie jullie eigen bundel met gedichten.

De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
  • 3 gekozen bestaande gedichten van internet en uit gedichtenbundels
     
    De gedichtenbundels liggen in lokaal 1.23
  • 4 zelf geschreven gedichten (daarvan 1 haiku, 1 stiftgedicht, 1 beeldgedicht en 1 gedicht naar keuze). Eén hiervan moet rijmen. 

Slide 4 - Slide

Eisen 3  zelfgekozen bestaande gedichten
  • Jullie kiezen 1 gedicht van voor 1900.
  • Jullie kiezen 1 gedicht voor kinderen.
  • Jullie kiezen 1 hedendaags gedicht uit een bundel en niet van internet. De bundels liggen in lokaal 1.23. 
  • Vermeld van alle gedichten ook de bron. 
  • Zet boven de gedichten: "voor 1900" "hedendaags" en "kindergedicht"!!!

Slide 5 - Slide

Uitleg bij de 3 bestaande gedichten
Van de gekozen gedichten vertel je het volgende/beantwoord je deze vragen:
  • Wie is de schrijver?
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Wat vinden jullie van het gedicht?
  • Wat valt jullie op aan het gedicht? Denk aan de theorie: rijm/taalgebruik/strofen/beeldspraak/enjambement/alliteratie.assonantie. De theorie hierover staat in aparte LessonUp's die de docent met jullie deelt. 
  • Wat is de bron van het gedicht (welke website of welk boek).

De antwoorden van bovenstaande vragen verwerk je in een verhaal (bij elke gedicht) van minimaal 150 woorden. 
Jullie plaatsen eerst het gedicht van voor 1900, daarna je gedicht voor kinderen en dan de hedendaagse
(daarna volgt de rest van je gedichten die je zelf hebt geschreven).

Slide 6 - Slide

Eisen vier zelfgeschreven gedichten
Schrijf vier gedichten:
  • 1 haiku, 1 stiftgedicht, 1 beeldgedicht en 1 gedicht naar keuze (kies uit:    sonnet, rondeel, elfje of limerick).  
  • Eén hiervan moet rijmen. 
  • Minstens 1 gedicht bevat geen rijm 
  • Maak gebruik van minstens 1 stijlfiguur, zoals een vergelijking, metafoor of personificatie en geef aan in welk gedicht je die hebt toegepast. De theorie hiervan staat in aparte LessonUp's die de docent met jullie deelt. 

Schrijf boven elk gedicht wat voor gedicht het is!!!

Slide 7 - Slide

De bundel


Maak jullie bundel zo mooi mogelijk, dus les ook op het uiterlijk. Maak er een mooi werkstuk van. Wees creatief! Verderop in deze LessonUp zie je een aantal voorbeelden van gedichten met uitwerking. 

Slide 8 - Slide

Website gedichten


Klik hier voor gedichten, o.a. van voor 1900.
Klik hier voor een website waarop je het beeldgedicht kunt maken. 

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
In de onderstaande dia's vind je een aantal gedichten uit een bundel gemaakt door een leerling (let op: er zitten hier en daar een paar spelfoutjes in). 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide