2HV: 17-02

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat weet je nog over het maken van vragende zinnen in het Frans?

Beschrijf in het kort hoe je zinnen vragend kan maken in het Frans.

Maak deze zinnen vragend.
1. Je parle anglais.
2. Il va à droite.

Stéphane
12 ans
Paris
1 frère
Welke vraag kan je Stéphane stellen?

1. Comment tu t'appelles?
2. Quelle heure est-il?
3. C'est quoi?
4. Qui est ton prof de maths?

Op welke andere manieren kun je deze vraag ook stellen?

Welke vakken heb jij?

Tu as quelles matières ?

Quelles matières  tu as?

Quelles matières est-ce que tu as?

Quelles matières as-tu?

vertaal:
où

1. waar
2. wanneer
3. hoe
4. waarom

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord

vertaal:
combien

1. waar
2. wanneer
3. hoeveel
4. waarom

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord

   

                            GRAMMAIRE    Een vraag stellen

1.  Met les mots dans le bon ordre pour faire des questions.

2.  Combine les mots justes. 

wanneer

wat

waarom

hoe

wie

hoeveel

waar

          ?

faites

comment

où

quand

combien

est

pourquoi

qui

qu'est-ce que

deux fois

du jogging

par semaine

vous

Maak de zinnen vragend met est-ce que:

Elle est bonne en maths?

de ontkenning

Maak de volgende zinnen ontkennend:
Vous parlez français.
Nous habitons à Paris
Je suis néerlandais.

Wat is de plaats van de ontkenning?

1. om het werkwoord
2. voor het werkwoord
3. voor en achter de persoonsvorm
4. achter het werkwoord

Maak ontkennend:

Simon habite à Orléans.

1. Simon ne habites pas à Orléans
2. Simon n' habites pas à Orléans
3. Simon ne habite pas à Orléans
4. Simon n' habite pas à Orléans

Maak ontkennend:

Adrien a déménagé. 

1. Adrien ne a pas encore déménagé.
2. Adrien n'a pas encore déménagé.
3. Adrien a ne déménagé pas encore.
4. Adrien n'a déménagé pas encore.

Maak ontkennend:

Elle va à l'école

1. Elle n'va pas à l'école
2. Elle ne va pas à l'école
3. Elle ne pas va à l'école

Maak ontkennend:

Adrien a de nouveaux amis. 

1. Adrien n'a de nouveaux amis.
2. Adrien n'a pas de nouveaux amis.
3. Adrien a ne de pas nouveaux amis.
4. Adrien a de nouveaux ne amis pas.

Maak de zin ontkennend. (sleep blauw naar rood)

Je

n'

aime

pas

la viande

1

2

3

4

5

Zet de woorden op de juiste volgorde in de zin

Onderwerp

ontkenning

vorm van avoir

ontkenning

voltooid deelwoord

rest v.d. zin

nous

avons

vu

Franck

n'

pas encore

Houding in de les

• Wanneer je binnenkomt in de les pak je je spullen en ga je leren aan je vocabulaire in je boek
• iedereen let op wanneer er uitleg wordt gegeven, niemand praat er doorheen.
• wanneer jullie zelfstandig aan het werk zijn doet iedereen dit voor zichzelf en steek je vinger op wanneer jullie vragen hebben. Jullie werken dan ook aan het opgegeven werk en niet aan andere dingen.
• iedereen werkt aan frans in de les
• wanneer alle bovenstaande niet worden uitgevoerd, komen er geen waarschuwingen meer en ga je een gele kaart halen.

mes attentes:

- actieve houding in de les

- huiswerk maken

- wanneer gevraagd wordt  om stil te zijn
hieraan gehoor te geven

- positiviteit, groepsgevoel....

- respect van en naar elkaar

- wanneer mogelijk

in de toekomst social shuffle