28 novembre jusqu'à 2 décembre 2022

1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les buts
Aan het eind van dit lesuur..: 
  1. Kun je iets bestellen
  2. Weet je hoe je in het Frans een vraag stelt
  3. Kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken
  4. Kun je een poster maken met jouw eetgewoontes
  5. Ken je woorden die te maken hebben met eten en drinken
  6. Kun je een boodschappenlijstje maken voor jouw favoriete dessert









Slide 2 - Slide

Planning
We behandelen samen de Phrases clés C met behulp van Lesson Up en het boek (blz.70-71)
We doen een kort geheugenspelletje met behulp van een franse menukaart
We herhalen de in de toets behandelde grammatica
We maken een begin met de francofolies

Slide 3 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

13b.1 Écoute la phrase et choisis
A
Gewone zin
B
Vraagzin

Slide 6 - Quiz

13b.2 Écoute la phrase et choisis
A
Gewone zin
B
Vraagzin

Slide 7 - Quiz

13b.3 Écoute la phrase et choisis
A
Gewone zin
B
Vraagzin

Slide 8 - Quiz

13b.4 Écoute la phrase et choisis
A
Gewone zin
B
Vraagzin

Slide 9 - Quiz

13b.5 Écoute la phrase et choisis
A
Gewone zin
B
Vraagzin

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Een klein geheugenspelletje
Je voudrais un coca et.......

Maak de zin af met steeds een nieuw drankje of gerecht met behulp van de menukaart op blz.71. Degene die het zinnetje niet meer goed kan navertellen, valt af en luistert goed mee. Degene die als laatste overblijft, wint

Slide 13 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
je / j' (klinker of h)
jij
tu
hij
il
zij
elle
men/we (spreektaal)
on
wij (ik+jij+jij)
nous
u
jullie (jij+jij+jij....)
vous
zij (hij+hij of hij+zij)=ils
zij  (zij+zij....)
ils (mannelijk)
elles (vrouwelijk)

Slide 14 - Slide

Als ik je vraag om Patrick te vervangen naar een persoonlijk voornaamwoord, welke kies je dan?

Slide 15 - Open question

Als ik je vraag om Estella te vervangen naar een persoonlijk voornaamwoord, welke kies je dan?

Slide 16 - Open question

Als ik je vraag om Estella en Hugo te vervangen naar een persoonlijk voornaamwoord, welke kies je dan?

Slide 17 - Open question

Als ik je vraag om monsieur te vervangen naar een persoonlijk voornaamwoord, welke kies je dan?

Slide 18 - Open question

Als ik je vraag om Anna en Sophie te vervangen naar een persoonlijk voornaamwoord, welke kies je dan?

Slide 19 - Open question

Avoir = hebben
Frans
Nederlands
j'ai
ik heb
tu as
jij hebt
il / elle  a
hij / zij /  heeft
on a
wij hebben
nous avons
wij hebben
vous avez
u heeft / jullie hebben
ils / elles ont
zij hebben

Slide 20 - Slide

Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 21 - Quiz

J' (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons

Slide 22 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 23 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 24 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons

Slide 25 - Quiz

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 27 - Slide

Je (habiter)

Slide 28 - Open question

Marie et Sophie (parler)

Slide 29 - Open question

Vous (manger)

Slide 30 - Open question

Nous (demander)

Slide 31 - Open question

Tu (aimer)

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Devoirs
Apprendre:
Vocabulaire A+B (p.92)
Grammaire D: présent (p.95)

Faire:
Francofolies (p.76-77)

Slide 34 - Slide