4 juni

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 6. 
  • Bespreken  opdr. 18 en 20.
  • Grammatica Hoofdstuk 18
  • Erga en opdrachten H. 18. 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 6. 
  • Bespreken  opdr. 18 en 20.
  • Grammatica Hoofdstuk 18
  • Erga en opdrachten H. 18. 

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide

Hulpboek blz. 127
Ergon 6. 


Slide 5 - Slide

Ergon 6
  • συνεβουλεύσατε  συν ε βουλεύσ ατε  συμβουλεύω jullie raadden aan
  • ἔπεμψαν - ε πεμψ αν πέμπω zij stuurden
  • ἐπράξαμεν - ε πράξ αμεν πράττω wij deden
  • θαυμάσατε - - θαυμάσ ατε θαυμάζω bewonder!
  • φύλαξον - - φύλαξ ον φυλάττω bewaak
  • ἐγέλασας - ε γέλασ ας γελάω jij lachte 
  • κώλυσαι - - κώλυσ αι κωλύω (te) verhinderen
  • ᾦκησαν - ε οικησ αν οἰκέω zij woonden

Slide 6 - Slide

Ergon 6
  • ἐπεθύμησα ἐπ ε θύμησ α ἐπιθυμέω ik verlangde 
  • πολέμησαι - - πολέμησ αι πολεμέω oorlog (te) voeren
  • ἠρώτησε - ε ερώτησ ε ἐρωτάω hij/zij/het vroeg
  • βοήθησον - - βοήθησ ον βοηθέω help!

Slide 7 - Slide

Ergon 

Slide 8 - Slide


Pythia


Taalboek blz. 75. 
Hulpboek blz. 66. 
Opdrachten 18 en 20.

Slide 9 - Slide

Opdracht 18
  • a a en b eigen verwerking.
  • c boeien; 
  • Perzen; 
  • onbetrouwbaar.
  • d Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: Waarom heeft u, Pythia, samen met Apollo de waarheid voor mij verborgen?

Slide 10 - Slide

Opdracht 20
  • a Kroisos vindt het oneerlijk dat hij altijd voorbeeldig heeft geofferd en geschenken naar Delphi heeft gestuurd maar de goden desondanks onbetrouwbaar zijn gebleken.
  • b Het rijk van de Perzen was groter dan dat van de Lydiers. Kroisos dacht met het ‘grote rijk’ het Perzische rijk werd bedoeld en niet zijn eigen rijk.

Slide 11 - Slide

Opdracht 

Slide 12 - Slide

Hulpboek blz. 134



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Ergon 

Slide 24 - Slide

Ergon 1

Slide 25 - Slide


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 10 en 13.

Slide 26 - Slide

Opdracht 

Slide 27 - Slide

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 17.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
  • Leer Hulpboek blz. 134
  • Maak Ergon 9
  • Lees Tekstboek blz. 76. 
  • Maak Hulpboek blz. 66-67, opdr. 23.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 28 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 29 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 31 - Open question