M3: Grammatica 2.8

Spelling
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Mind map

Planning vandaag
10 minuten lezen
Terugblik/herhaling grammatica 2.7
Uitleg spelling 2.8
Opdrachten

Toets: 16 november
Boekopdracht: uiterlijk vandaag inleveren! 

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Terugblik 2.7 grammatica
Persoonsvorm (PV): tijdproef of vraagzin
Werkwoordelijk gezegde (WG): alle werkwoorden (+ te en zich)
Onderwerp (O): wie/wat + wg
Lijdend voorwerp (LV): wie/wat +wg+o
Meewerkend voorwerp (MV): aan of voor wie/wat + wg + o (ontvanger van iets)
Bijwoordelijke bepaling (BWP): alle zinsdelen die overblijven

Slide 4 - Slide

Nakijken:

Een paar zinnen samen...

Slide 5 - Slide

Opdracht 10
10b: Ze wilden de ADHD'ers het lidmaatschap na concentratielessen weigeren

10g:  Zo heeft onze vereniging een hype veroorzaakt. 

10h: Dat stimuleert de club natuurlijk enorm.

o wg mv lv bwb wg

Slide 6 - Slide

Spelling 2.8
Persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Het werkwoord aan het einde van de zin is niet altijd het voltooid deelwoord. Bij een voltooid deelwoord is iets voltooid

PV vaak tegenwoordige tijd: stam + t

Slide 7 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel. In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan (helemaal achteraan of als een van de laatste woorden).

 'Xiao, die tweetalig opgevoegd is, speekt perfect Nederlands'. De hoofdzin is: 'Xiao spreekt perfect Nederlands'.

Slide 8 - Slide

Komma
- Bij een opsomming (ik hou van tennis, voetbal, korfbal en zwemmen)
- Tussen 2 bijvoeglijke naamwoorden (je hebt een mooi, groot huis)
- Voor woorden als toch, oké, hoor, maar
- Voor een voegwoord, als dat midden in de zin staat (Hij gaat vroeg weg, zodat hij op tijd is)

Ezelsbruggetje: de komma komt op de plek waar je een pauze hoort, als je de zin hardop voorleest

Slide 9 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Slide 10 - Slide

Opdrachten:
Aan de slag in stilte. Laatste 5 min. van de les iets voor jezelf

Hoofdstuk 2.8: 4, 6a, 9b en c, 10a
Hoofdstuk 2.7: 4, 6, 8, 10


timer
10:00

Slide 11 - Slide