Hoofdstuk 3 Werk en Werkloosheid

Werk en Werkloosheid
2e deel hoofdstuk 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Werk en Werkloosheid
2e deel hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat koopkracht is en je kan berekeningen maken met NIC, RIC en PIC
  • Je kunt de verschillende soorten loonstijgingen onderscheiden (prijscompensatie, initiële loonstijging en incidentele loonstijging) 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Prijscompensatie betekent dat ..
A
De lonen meer stijgen dan de prijzen
B
De lonen evenveel stijgen als de prijzen
C
De lonen minder stijgen dan de prijzen

Slide 11 - Quiz

Het loon voor de prijscompensatie is €40.000,-.
De inflatie is 3%.
Hoeveel bedraagt het loon na prijscompensatie?

A
41.600 euro
B
38.800 euro
C
41.200 euro
D
41.300 euro

Slide 12 - Quiz

Stel dat de inflatie in een land 2,2% is. En na CAO-onderhandelingen stijgen de lonen met 3%. Is er dan sprake van initiele loonstijging?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Twee beweringen:

I Wanneer iemand promotie maakt en daardoor meer loon krijgt, heet dat een initiële loonstijging.

II Als de lonen meer stijgen dan de inflatie, heet dat een incidentele loonstijging.
A
Bewering I is juist, bewering II is onjuist
B
Beide bewerkingen onjuist
C
Beide bewerking juist
D
Bewering I is onjuist, bewering II is juist

Slide 14 - Quiz

Stel dat de inflatie in een land 2,2% is. En na CAO-onderhandelingen stijgen de lonen met 3%. Is er dan sprake van initiele loonstijging?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Reken uit:

Het loon is gestegen van €31750 naar €32500.

Er is een algemene prijsstijging van (inflatie) van 3,3%.

Hoe groot is de verandering in het reëel inkomen?
A
2,4%
B
3,3%
C
-5,7%
D
-0,9%

Slide 16 - Quiz

huiswerk
Maken 3.1 tm 3.9

Slide 17 - Slide