Zuren tasten metaal (corrosief) en kalkhoudende materialen aan
Kalksteen, natuursteen, eierschalen, kalkskelet van dieren
Dus ook kalkaanslag!
Slide 6 - Slide
Zuur, basisch en neutraal
Een basische oplossing maak je door een base te mengen met water
Het tegenovergestelde van zuren zijn basen (in scheikunde).
Basische oplossingen smaken zeepachtig
Ontvettende werking, en irriterend voor de huid
Voorbeelden Ammoniak, soda of groene zeep in water
Slide 7 - Slide
Neutrale oplossingen
Iets wat geen zuur of base in water is noemen we neutraal.
Voorbeelden hiervan zijn gedestilleerd water, keukenzout in water opgelost en bijvoorbeeld alcohol opgelost in water.
Slide 8 - Slide
Indicatoren
Als je wilt weten of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je een indicator
Een indicator verandert van kleur in een zure of basische oplossing.
Lakmoespapier is een indicator, hier leg je een druppel oplossing op.
Rodekoolsap of fenolftaleïne (l), hier doe je een paar druppels van in een oplossing.
Slide 9 - Slide
Indicatoren
Een indicator kan bepaalde stoffen aantonen.
Slide 10 - Slide
Schema, blz 100
Indicator
Zuur
Neutraal
Basisch
Rood lakmoespapier
Rood
Rood
Blauw
Blauw lakmoespapier
Rood
Blauw
Blauw
Rodekoolsap
Rood/roze
Paars
Blauw/groen/geel
Fenoftaleïne
Kleurloos
Kleurloos
Paars/roze
Slide 11 - Slide
Universeel indicatorpapier
Slide 12 - Slide
pH
de pH hangt af van twee dingen:
Het soort zuur of base dat opgelost is: zeepsop is minder basisch dan bijvoorbeeld bleek
De concentratie van dat zuur of die base: bijvoorbeeld citroenzuur in water, hoe meer je toevoegt hoe zuurder je glas water wordt
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Concentratie en pH
De aggresiviteit van een zure of basische oplossing hangt
af van het soort zuur of base, en de concentratie
De pH schaal geeft de zuurgraad aan van een oplossing
Zure oplossingen hebben een pH tussen de 0 en 7
Neutrale oplossingen heeben een pH van 7
Basische oplossingen hebben een pH tussen de 7 en 14
Slide 15 - Slide
Concentratie en pH
Universeel indicatorpapier geeft de pH van een oplossing
Het doosje geeft de kleur van elke pH aan.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Zuren in het milieu
De zuurtegraad in de natuur is belangrijk voor alle planten en dieren!
Door veel koolstofdioxide in de lucht, komt er ook koolzuur in het water.
Dit tast het koraal en het kalkskelet van schelpdieren aan.
Door teveel mest in Nederland verzuurt de bodem (meststof: stikstof)
Hierdoor sterven zeldzame en bedreigde plantensoorten uit.
Zonder die planten kunnen sommige dieren ook uitsterven.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Tekst blz. 98 t/m 102 lezen paragraaf 2.4
Noteer de ontbrekende woorden
Lezen en woorden noteren.
Dit doet iedereen in absolute stilte en er zijn twee versies
10 minuten de tijd
Slide 21 - Slide
Een zure stof heeft een pH
A
van 7
B
van 0
C
kleiner dan 7
D
groter dan 7
Slide 22 - Quiz
Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
WC-ontkalker
Slide 23 - Quiz
Welke stof is een zuur?
A
Azijn
B
Soda
C
Gootsteenontstopper
D
Water
Slide 24 - Quiz
Waarvoor kun je een zuur schoonmaakmiddel goed gebruiken?
A
Om vet te verwijderen
B
Om de vaat te wassen
C
Om de ramen te lappen
D
Om kalk te verwijderen
Slide 25 - Quiz
Wat is de zuurgraad (pH) van gedestilleerd water?
A
0
B
7
C
10
D
14
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Welke kleur geeft een rood lakmoespapiertje in basisch milieu?
A
Rood
B
Blauw
C
Paars
D
Groen
Slide 28 - Quiz
Welke kleur heeft rode koolsap in schoonmaakazijn?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Geel
Slide 29 - Quiz
Even pauze
2 minuten zelf wat doen, daarna gaan we verder met de les
Slide 30 - Slide
beantwoorden huiswerk vragen paragraaf 2.3
Open je boek op pagina 95
Slide 31 - Slide
Vraag 4 (blz 95) Crèmes bevatten een emulgator. Wat is de functie van een emulgator in een crème
Slide 32 - Open question
Vraag 7 (blz 96)Als je jezelf afspoelt met lauw water, verwijder je wel het zweet, maar niet de talg van je lichaam. Waarom kan de talg niet met water worden verwijderd?
Slide 33 - Open question
Vraag 8 (blz 96) Er zijn verschillende reinigingsmiddelen die speciaal voor je huid zijn bestemd. Daarmee lukt het om vetten van je huid te halen. Geef twee van zulke reinigingsmiddelen.
Slide 34 - Open question
Vraag 9 (blz 96) Sommige mensen krijgen schrale handen als ze vaak de afwas doen. Hoe kan dat?
Slide 35 - Open question
Vraag 11 (blz 97) Een cosmetisch product bevat de volgende ingrediënten, op volgorde van veel naar weinig: • water • zeep •keukenzout • citroenzuur • parfum • shea boter • olijfolie • quinoa • kamille • calendula Leg uit of dit cosmetisch product een crème, een shampoo of een tandpasta is
Slide 36 - Open question
Vraag 13 (blz 97) De manier waarop je een frisdrank drinkt, heeft invloed op de gebitsslijtage. In een informatieblad voor tandartsen staat dat nippen, spoelen en gorgelen slecht is voor het gebit. Geef aan waarom het beter is voor het gebit om frisdrank snel op te drinken is
Slide 37 - Open question
Vragen paragraaf 2.4
Slide 38 - Slide
Wat is de betekenis van dit pictogram?
A
bijtend
B
explosief
C
giftig
D
irriterend
Slide 39 - Quiz
Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een basisch schoonmaakmiddel?
A
zoutzuur
B
schuurmiddel
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker
Slide 40 - Quiz
met een basisch schoonmaakmiddel kan ik...
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken
Slide 41 - Quiz
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 42 - Quiz
Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
Schoonmaakazijn
Slide 43 - Quiz
Een base is een stof met een pH
A
< 7,0
B
=7,0
C
> 7,0
Slide 44 - Quiz
Hoe hoger de pH, hoe...
A
...zuurder de oplossing
B
...minder zuur de oplossing
Slide 45 - Quiz
Hoe herken je en zuur?
A
De PH is lager dan 7
B
De PH is gelijk aan 7
C
De PH is hoger dan 7
D
Zuur heeft geen PH
Slide 46 - Quiz
Aan een zuur met pH 3 wordt water toegevoegd. Wat kan nu de pH zijn?
A
pH2
B
pH3
C
pH4
D
pH8
Slide 47 - Quiz
Opdrachten in de les maken 2.4
Maak opgave 5 t/m 10
De vragen die net zijn gesteld, zijn de opgaven 1 t/m 4 (geen huiswerk dus)