Week 5 De wereld en ik (BK)

De wereld en ik
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De wereld en ik

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      
timer
2:30

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Actualiteit (de dag vandaag)
  • Voorkennis activeren 
  • Leerdoelen van de les 
  • Uitleg taal
  • Opdracht. Begroeten in verschillende talen
  • Uitleg complimenten
  • Opdracht. Talen in andere landen
  • # Exit ticket 

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Actualiteit
klik hier om naar De dag vandaag te gaan.

Bespreek de actualiteit aan de hand van de gegeven items. (max. 10 min.)

Slide 5 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

LEZEN 10 min
Leesmoment
timer
10:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblikken
Wat is cultuur?


Maak de sleepvraag op de volgende slide.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Mensen horen bij een cultuur...
Mensen vinden andere culturen vaak raar...
Een cultuur hoort bij een groep...
omdat ze zo zijn opgevoed.
omdat ze er niet aan gewend zijn.
omdat je in je eentje geen cultuur nodig hebt, maar wel om samen te leven in een groep.

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

5 PLAATJES HOREN BIJ CULTUUR!
CULTUUR
GEEN CULTUUR

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Cultuur 
Cultuur bestaat uit verschillende onderdelen:
  • Religie
  • Waarden en normen
  • Tradities en rituelen
  • Eetgewoonten
  • Kleding
  • Kunst
  • Culturele uitingen 
  • Taal

Slide 10 - Slide

1. Laat leerlingen nadenken over welke aspecten er zijn. 
2. Leg ieder aspect klassikaal uit en laat leerlingen voorbeelden bedenken.
      Lesdoelen
  • De leerlingen kennen ten minste vier basisbegroetingen, afsluitende groeten en complimenten in vier talen die niet hun moedertaal zijn (Spaans, Arabisch, Mandarijn en Pools).
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom het kennen van deze begroetingen en complimenten belangrijk is voor communicatie en begrip.

Slide 11 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Taal en jouw identiteit
Taal is nauw verweven met culturele identiteit en dient als een voertuig voor het overdragen van culturele kennis, waarden en tradities van generatie op generatie.
Taal past bij je identiteit omdat het laat zien wie je bent en waar je vandaan komt. De manier waarop je praat, de woorden die je gebruikt, en de taal die je spreekt, zeggen veel over jouw achtergrond, cultuur en omgeving. Taal is een deel van hoe je met anderen communiceert en jezelf uitdrukt, en het helpt je om je verbonden te voelen met bepaalde groepen mensen, zoals je familie, vrienden of gemeenschap. Daarom hoort taal bij jouw persoonlijke identiteit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom past taal bij je identiteit?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Begroeten
In de wereld zijn heel veel verschillende landen met allemaal hun eigen manier van doen. Ze hebben hun eigen kleding, eten, taal en zo ook hun eigen manier van begroeten. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begroetingsactiviteit
Je krijgt een kaartje met een begroeting of een afsluitende groet.
Deze groet  voeren ze ergens op de wereld uit.
Houd de begroeting voor jezelf. 
Zeg dus niet gelijk wat je hebt.

Draai aan de spinner voor de willekeurige beurt.
Als je de beurt hebt, dan zeg je jouw basisbegroeting of afsluitende groeten en vertel je uit welk land de begroeting komt. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Sleep de basisbegroeting en de afsluitende groet naar de juiste taal.
Spaans
Arabisch
Mandarijn
Pools
Hola
Ma’a as-salama
Adiós
Cześć
Zàijiàn
Marhaba 
Nĭ hăo
Do widzenia

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Complimenten 
Complimenten zijn aardige dingen die je tegen iemand zegt om te laten weten dat je iets goed of mooi aan die persoon vindt. Bijvoorbeeld, als iemand iets goed heeft gedaan, kun je zeggen: "Goed gedaan!" Of als iemand een mooie trui draagt, kun je zeggen: "Wat een mooie trui!"

Complimenten geven maakt de ander blij en laat zien dat je iets 
waardeert of bewondert. Het is een manier om vriendelijk te zijn en 
mensen een goed gevoel te geven.
heel goed
  • Spaans: muy bien
  • Arabisch: jayyid jiddan
  • Mandarijn: hěn hǎo
  • Pools: bardzo dobrze

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geef in je moedertaal een
compliment aan de docent.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Taal verandert door de jaren heen omdat mensen die het gebruiken, ook veranderen. Dit kan door verschillende redenen gebeuren:
1.
Nieuwe technologie en uitvindingen: Als er nieuwe dingen worden uitgevonden, komen er ook nieuwe woorden bij. Denk aan woorden zoals "internet" of "smartphone" die vroeger niet bestonden.
2.
Contact met andere talen: Als mensen van verschillende talen met elkaar in contact komen, nemen ze soms woorden of zinsconstructies over van elkaar. Bijvoorbeeld, veel Engelse woorden worden tegenwoordig in het Nederlands gebruikt, zoals "chillen" of "online".
3.
Cultuur en trends: Taal wordt beïnvloed door muziek, films en populaire cultuur. Mensen gaan nieuwe woorden of uitdrukkingen gebruiken die passen bij de trends van de tijd.
4.
Korter en sneller communiceren: Mensen hebben de neiging om woorden of zinnen in te korten voor het gemak, vooral in een tijd waarin communicatie via sociale media of berichten snel en kort moet zijn.
5.
Generaties veranderen: Elke nieuwe generatie brengt nieuwe woorden en uitdrukkingen met zich mee die passen bij hun manier van denken en leven.
Kortom, taal verandert omdat de wereld om ons heen ook constant verandert.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les

  • moedertaal
  • cultuur 
  • compliment
  • basisbegroeting
  • afsluitende groeten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Kleur de kaart in 

Slide 21 - Slide

Zie werkblad
EXIT TICKET
lesdoelen
  • De leerlingen kennen ten minste vier basisbegroetingen, afsluitende groeten en complimenten in vier talen die niet hun moedertaal zijn (Spaans, Arabisch, Mandarijn en Pools).
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom het kennen van deze begroetingen en complimenten belangrijk is voor interculturele communicatie en begrip.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Slide 23 - Open question

This item has no instructions