Les 2 - Fictie

Welkom bij Nederlands! 
Vandaag: fictie, non-fictie, spanning en spanningsvragenhoofdpersoon en personages
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands! 
Vandaag: fictie, non-fictie, spanning en spanningsvragenhoofdpersoon en personages

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Aan het einde van de les heb je uitleg over fictie, non-fictie, personages, spanningsvragen en hoofdpersoon gekregen. 


2.  Aan het einde van de les heb je een tekst gelezen in een groepje van 4, waarbij je bezig gaat met fictie, non-fictie, personages, beoordelingswoorden en hoofdpersoon.






Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- voorlezen fragment + klassengesprek (5 minuten); 
- uitleg (5 minuten);
- verwerking (15 minuten); 
- evaluatie (5 minuten);
- afsluiting (5 minuten);
- voorlezen (+/- 5 minuten).

Slide 3 - Slide

Voorlezen
Naam boek:         Wraak



timer
7:00

Slide 4 - Slide

Fictie: verzonnen tekst --> verhaal, gedicht, leesboek, film

Non-fictie: een tekst over iets wat echt gebeurd is --> krantenbericht, artikel, recept of handleiding. 
Fictie / non-fictie

Slide 5 - Slide

Personages: personen in een verhaal
- wat denken/voelen personages? 

Hoofdpersonage: de belangrijkste persoon in het verhaal. 
Je leest alle gedachten en gevoelens 

• de naam en leeftijd;
• zijn uiterlijk;
• wat hij zegt, doet, denkt en voelt.
Personages - hoofdpersoon

Slide 6 - Slide

Een verhaal kan op verschillende manieren spannend zijn. 

1. Spanningsvragen: wat gebeurt er nu? 
2. Omgeving
3. Gebeurtenissen worden uitgesteld, waardoor je verder wilt lezen. 
4. Verhaal eindigt met een cliffhanger
Spanning in een verhaal

Slide 7 - Slide

Een boek beoordelen
Als je een boek beoordeelt, vertel je wat je van het boek vindt:
mening geven over het onderwerp, de personages en de spanning.
beoordelingswoorden gebruiken
beoordelingswoord uitleggen door een voorbeeld of persoonlijk verhaal

Voorbeelden van beoordelingswoorden:
grappig, ontroerend, eng, leerzaam, laat me meeleven, geschikt voor mijn leeftijd





Slide 8 - Slide

Samenvatting
1. Fictie/non-fictie

2. Personages

3. Boek beoordelen

Slide 9 - Slide

Verwerking
1. Lees met elkaar tekst 2 op bladzijde 9-11 in je werkboek. 

2. Maak met elkaar de opdrachten die je van mevrouw Wagenaar hebt ontvangen. Eén persoon schrijft. 

3. Klaar? Geef je papier aan een ander groepje. Kijk de antwoorden na van het andere groepje. 

Alles klaar? --> je eigen boek lezen :-) 

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Wat ga je doen
Lees met elkaar de tekst en maak de opdrachten die op het blaadje staan in groepjes van 3/4. Overleg met elkaar over de antwoorden. 

Vragen? Eerst met elkaar overleggen, dan vragen aan mevrouw Wagenaar
Wat leer je? Je hebt geoefend met het fictie/non-fictie, personages, hoofdpersonages en beoordelingswoorden.

Klaar: antwoorden van je eigen groepje uitwisselen met de antwoorden van een ander groepje. Pak het antwoordmodel erbij en kijk de opdrachten na.

Opdrachten gemaakt en alles nagekeken? Goed bezig!
1. Je mag je boek lezen;
2. Je kunt verder werken aan de hand van je werkpad (Teams-Nederlands).


timer
15:00

Slide 11 - Slide

Nabespreking tekst 2 

- Wat vinden we van dit verhaal? 
- Wat voor karakter had de hoofdpersoon? 
- Welke personages waren er nog meer?
- Fictie/non-fictie
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Lesdoelen
1. Aan het einde van de les heb je uitleg over fictie, non-fictie, personages, beoordelingswoorden en hoofdpersoon gekregen. 


2.  Aan het einde van de les heb je een tekst gelezen in een groepje van 4, waarbij je bezig gaat met fictie, non-fictie, personages, beoordelingswoorden en hoofdpersoon.






Slide 13 - Slide

Volgende les

Slide 14 - Slide

Voorlezen :-)
timer
5:00

Slide 15 - Slide