Wat ga je doen?
Lees met elkaar de tekst en maak de opdrachten die op het blaadje staan in groepjes van 3/4. Overleg met elkaar over de antwoorden.
Vragen? Eerst met elkaar overleggen, dan vragen aan mevrouw Wagenaar
Wat leer je? Je hebt geoefend met het fictie/non-fictie, personages, hoofdpersonages en beoordelingswoorden.
Klaar: antwoorden van je eigen groepje uitwisselen met de antwoorden van een ander groepje. Pak het antwoordmodel erbij en kijk de opdrachten na.
Opdrachten gemaakt en alles nagekeken? Goed bezig!
1. Je mag je boek lezen;
2. Je kunt verder werken aan de hand van je werkpad (Teams-Nederlands).