Week 1 en 2, introductie farmacologie

1 / 42
next
Slide 1: Slide
verpleegkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

Het is belangrijk dat er nauwkeurig wordt omgegaan met medicijnen.

Slide 9 - Slide

Waar gaan we het vandaag over hebben. Medicatie in het algemeen en medicatie toedienen. Vandaag is de les hybride. vanaf volgende week zal ik de groep op school les geven en de groep thuis krijgt een opdracht.
Je gaat tijdens je BPV starten met medicijnen delen. Wat zou je hierover willen weten?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Je hebt een recept nodig. Wat moet er allemaal op dat recept staan?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij het bewaren van medicijnen?
A
medicijnen moeten in het donker bewaard worden
B
Medicijnen moeten in de originele verpakking bewaard worden
C
Medicijnen moeten op een veilige plaats voor kinderen bewaard worden
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke bijwerkingen van medicijnen ken je?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Bijwerkingen zijn onbedoeld en ongewenst effect van het medicijn. Geeft vaak een nadelig effect.
Er bestaan vele bijwerkingen. Ze worden onderverdeeld in verschillende categorieën; vaak, soms. Zelden, zeer zelden.
Patienten moeten weten van de bijwerkingen voordat hij ermee start. Bij het innemen van verschillende medicijnen kan interactie optreden.
div. Soorten interacties: - versterkende werking op elkaar of inactief worden van het medicijn.
Gewenning= je hebt steeds meer werkzame stof nodig om het gewenste effect te bereiken
Verslaving = iemand is geestelijk en lichamelijk afhankelijk van het medicijn. Gaat dus verder dan gewenning. Bekend zijn opiaten.
Zwanger en medicatie= kan nadelige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind en op de borstvoeding
Interactie= voeding en geneesmiddelen kunnen elkaar onderling beinvloeden, is meestal ongewenst. Bijv sint-janskruid heeft veel invloed op reguliere medicijnen.
Resistentie= ongevoeligheid tegen bepaald medicijn- het werkt dus niet meer. Bijv antibiotia
Overgevoeligheidsreactie= huiduitslag, braken, diaree, misselijkheid. Voor bep. Stof die medicatie bevat.
Cumulatie= ophoping van medicijn in het lichaam. Bijv digoxine, kan ernstige hartritmestoornissen geven.
Acute reacties kunenn shock en coma veroorzaken of bij suide poging

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Je gaat medicijnen delen. Welke stappen ga je ondernemen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Ziekenhuizen > 300 bedden verplicht ziekenhuisapotheker in dienst

Rondom medicatie is belangrijke wetgeving. Geen proeven op zwangere vrouwen
Nadat alle onderzoeken voor registratie van een medicijn zijn gedaan, blijven er op de 1000 voorgestelde medicijnen slechts ongeveer twee over voor daadwerkelijke registratie.
Als een medicijn in aanmerking komt voor registratie, kan de fabrikant voor dat middel octrooi aanvragen. Dan mag hij gedurende een vastgestelde periode (een aantal jaren) als enige dit medicijn gaan produceren. Na afloop van deze periode kan iedere fabrikant het medicijn gaan produceren.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

In deze wet staat beschreven hoe gezondheidsmedewerkers moeten omgaan met opiaten

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

Met farmacokinetiek wordt bedoeld wat er in het lichaam met het medicijn gebeurt. Dit begint met de opname van het medicijn in de bloedbaan en eindigt met de uitscheiding ervan.
Je ziet dat er een aantal termen bij staan
 

Slide 31 - Slide

De plasmaconcentratie betekent de concentratie van het geneesmiddel in het bloed. Hoe hoger de concentratie hoe meer risico op bijwerkingen.


Slide 32 - Slide

De halfwaardetijd (t1/2) is de tijd die nodig is om een medicijn de helft van de oorspronkelijke plasmaconcentratie te laten bereiken. De concentratie van het medicijn daalt deels door (re)distributie en gedeeltelijk door metabolisme en uitscheiding. De halfwaardetijd verschilt per medicijn en kan sterk uiteenlopen. Soms is de halfwaardetijd enkele minuten, maar soms ook vele uren tot een dag.
De halfwaardetijd bepaalt het interval waarmee je medicijnen moet toedienen. Een medicijn met een korte t1/2 moet je vaker toedienen, bijvoorbeeld wel 4 of 6 keer per dag. Bij een medicijn met een lange t1/2 kun je volstaan met 1 of 2 keer per dag.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Zoek in Vilans onderstaande onderwerpen op:
Medicijntoediening via de mond
Malen van medicijnen
  1. Welke vloeistoffen worden gebruikt bij medicijninname?
  2. Welke orale toedieningsvormen zijn er?
  3. Wat betekent sublinguale toediening?
  4. Waarom moeten sommige medicijnen nuchter en andere medicijnen met eten ingenomen?
  5. Waarom mogen niet alle medicijnen gemalen worden?



Slide 36 - Slide

Vilanskickprotocollen.nl
Inlognaam: Hoornbeeck
Wachtwoord: Vaardigheden

Zoek op internet op hoe je een medicijn met een vertraagde afgifte kunt herkennen

Slide 37 - Slide

ChronoCR = controlled release
Diff = diffucaps
Dur = durettes
FAS = facilitated absorption system
HBS = hydrodynamic balanced system
LA = long acting
OROS = oral resorption osmotic system
Per longettes
PL = pro longatum
Retard SA = slow action
UNI•UNO = gewijzigde vrijgifte, slechts 1 inname per dag
ZOK = zero order kinetic
XR = extended release

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Farmocokinetische begrippen
Farmacodynamieke begrippen
absorptie
distributie
metabolisme
eliminatie
werkingsmechanisme
competitie
reversibiliteit

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Mijn vragen die ik had aan het begin van de les over medicatie zijn in deze les beantwoord.
0100

Slide 41 - Poll

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions