What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
IJsbr. HFst. 4.3
IJsbreker
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
IJsbreker
Slide 1 - Slide
Dit hoofdstuk gaat over reizen.
Je leert de taalfuncties:
Hoe zeg je dat?
Ik wil graag
Je leert bij grammatica:
Werkwoorden: het onderwerp en het werkwoord
Niet
Een
Onze, jullie, hun
Je leert de begrippen:
Liever
Elke dag
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 2 - Slide
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 3 - Slide
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 4 - Slide
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 5 - Slide
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 6 - Slide
Ga je wel eens met het vliegtuig?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Waar ben je geweest met het vliegtuig?
Slide 8 - Mind map
Hoe weet je hoe laat het vliegtuig vertrekt?
Slide 9 - Open question
Waar reis je het liefst mee?
A
het vliegtuig
B
de trein
C
de bus
D
de auto
Slide 10 - Quiz
Pak bladzijde 95 voor je.
Kijk goed naar de foto.
Lees en beantwoord de vragen.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 11 - Slide
Luister goed naar de luistertekst.
Met het vliegtuig of met de trein?
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 12 - Slide
Waar wil de mevrouw naar toe?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Chicago
D
Dusseldorf
Slide 13 - Quiz
Hoe duur is de trein?
A
178 euro
B
200 euro
C
250 euro
D
198 euro
Slide 14 - Quiz
Hoe duur is het vliegtuig?
A
178 euro
B
200 euro
C
250 euro
D
198 euro
Slide 15 - Quiz
Hoe snel is het vliegtuig?
A
twee uur
B
zes uur
C
anderhalf uur
D
negen uur
Slide 16 - Quiz
Wanneer gaat de mevrouw weg?
A
vanavond
B
morgenochtend
C
morgenmiddag
D
morgenavond
Slide 17 - Quiz
Dictee
Schrijf de volgende woorden op.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 18 - Slide
Doelen:
In deze les leer je woorden rondom vliegen, het vliegtuig.
Je leert de betekenis van het woord liever en je kan het woord gebruiken in zinnen.
Je schrijft een e-mail en een kaart.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 19 - Slide
het vliegtuig
de vertrektijd
op tijd
liever
de vertraging
's ochtends
's middags
de e-mail
de kaart
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Maak met deze woorden ook een mooie zin.
Slide 20 - Slide
Maak een woordspin rondom vliegen.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 21 - Slide
vliegen
Slide 22 - Mind map
Welk woord moet op de open plek?
Het vliegtuig ......... op Schiphol.
A
stijgt
B
landt
C
rijdt
Slide 23 - Quiz
We vertrekken.
Het vliegtuig .................. .
Mijn oren doen pijn.
A
rijdt
B
daalt
C
stijgt
Slide 24 - Quiz
Bij ............. wordt mijn paspoort gecontroleerd.
A
de douane
B
de bagageband
C
de ingang
D
het vliegtuig
Slide 25 - Quiz
Maak een zin met:
de vertrekhal
Slide 26 - Open question
Maak een zin met:
op tijd
Slide 27 - Open question
liever
Ik ga
liever
met de auto dan met de bus.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 28 - Slide
Ik wil ergens snel zijn.
Ik ga graag met lijn 6.
Ik hou van wandelen.
Ik zit graag in de bus.
Ik ga liever met de bus.
Ik ga liever met de auto.
Ik ga liever lopend.
Ik ga liever met de tram.
Slide 29 - Drag question
Wil je wit brood of bruin brood?
Ik heb
liever
bruin brood.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 30 - Slide
Wil je koffie, thee of limonade?
Ik wil liever .......
Slide 31 - Open question
Ik ga liever naar Spanje dan naar Portugal.
Ik ga liever naar Portugal dan naar Spanje.
Spanje is het leukst.
Portugal is het leukst.
Slide 32 - Drag question
Ik hou van wandelen.
Ik gebruik graag mijn OV-chipkaart.
Ik loop liever naar huis
Ik ga liever met de bus.
Ik ga liever met de tram dan met de auto.
Ik gebruik liever geen openbaar vervoer.
Slide 33 - Drag question
Maak een goede zin met het woord liever.
Slide 34 - Open question
Maak de opdrachten op bladzijde 96.
Voer het gesprek op bladzijde 97.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 35 - Slide
Doelen: Heb je ze behaald?
In deze les leerde je woorden rondom vliegen, het vliegtuig.
Je leerde de betekenis van het woord liever en je kon het woord gebruiken in zinnen.
IJsbreker
Hoofdstuk 4 reizen
Slide 36 - Slide
Huiswerk:
Maak de online opdrachten.
Lees de les nog een keer door.
Maak de opdrachten af.
IJsbreker
Slide 37 - Slide
More lessons like this
IJsbr Hfdst 4
June 2022
- Lesson with
45 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbr Hfdst 4
May 2022
- Lesson with
37 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbr.Hfst 4.4
November 2021
- Lesson with
37 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbreker 1 Hfdst 4, tekst 1 t/m 5
January 2024
- Lesson with
44 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbreker 1 Hfdst 4 tekst 3&4
February 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbr Hfdst 4.2
June 2022
- Lesson with
44 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbr. Hfst. 4 les 5
January 2022
- Lesson with
30 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
IJsbr Hfdst 4.2
August 2022
- Lesson with
52 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1