Verwijst niet naar specifieke zaken of personen, maar is algemeen.
Iemand moet het zeggen.
Ik heb iets te zeggen.
Het kan zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden.
Sommige mensen lusten dat niet.
Sommige lusten dat niet.
Onbepaalde voornaamwoorden:
iemand, niemand, iets, niets, wat, ieder(een), alle(s), andere(n), elk, sommige(n), verschillende, je, men, het